- Familie
- uilen (NOCTUIDAE)
- Onderfamilie
- Hadeninae / Melanchra persicariae
- Groep
-
Nachtvlinder die nachtactief is
- Hoe moeilijk te herkennen
-
(goed tot redelijk goed te determineren)
- Zeldzaamheid
- Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
- Rode lijst
- niet bedreigd
- Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 16-21 mm. Deze uil is meestal te herkennen aan de opvallende witte niervlek die fel afsteekt tegen de glanzende zwartachtige voorvleugel en waarin vaak een grijsachtig half maantje te zien is. Er zijn echter ook exemplaren zonder opvallende witte niervlek. Ook de lichte golflijn en de vlekjes langs de voorrand zijn doorgaans goed zichtbaar; verder is de tekening slechts vaag zichtbaar. De kleur kan enigszins variëren; soms is de voorvleugel blauw- of bruinachtig getint. Op het borststuk bevindt zich een bosje roodbruine haren.
- Kenmerken rups
Tot 40 mm; lichaam varieert in kleur van purperachtig bruin tot groen; segment elf met een duidelijke bult; over de rug een witte middenstreep, die door een rij donkere, V-vormige vlekken loopt, die vooral op de segmenten vier, vijf en elf zeer opvallend zijn; vanaf elk spiraculum een schuine, neerwaartse, donkere streep; kop lichtbruin.
- Vliegtijd en gedrag
- Half mei-eind augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Levenscyclus
- Rups: juli-oktober; of, als de rups overwintert, tot in het voorjaar. De rups, die zowel in een groene als in een bruine vorm voorkomt, foerageert ´s nachts en rust overdag op de waardplant; soms wordt de rups ook 's middags fouragerend aangetroffen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond en soms als rups.
- Waardplanten
- Diverse kruidachtige planten, struiken en bomen, waaronder brandnetel, hop, akkerwinde, zuring, klaver, wilg, klimop en hazelaar.
- Habitat
Allerlei open en bosachtige gebieden; vooral struwelen en tuinen.
-
- Zeldzaamheid
- Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
- België
- Vrij algemeen in het hele land.
- Mondiaal
- Het Iberisch schiereiland, de meeste landen van Europa en tot Oost-Azië. Naar het noorden tot Schotland, Zuid-Scandinavië en Rusland en verder tot voorbij Siberië. In het zuiden het Middellandse Zeegebied, de Zwarte Zee, Noord-Iran en Midden-Azië.
- Trend op lange en korte termijn
-
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.
De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.
Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld.
De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.
Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
-
- Verspreiding in Nederland in vier perioden
-
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden.
Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok).
Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel.
De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
-
- Engelse naam
- Dot Moth
- Duitse naam
- Flohkrauteule
- Franse naam
- le Polygonière , la Noctuelle de la persicaire
- Oud Nederlandse naam
- bastaardhoornrups
- Synoniemen
- Mamestra persicariae, Polia persicariae, Hadena persicariae, Hadena accipitrana
- Toelichting Nederlandse naam
- Bij de keuze van perzikkruiduil is de wetenschappelijke soortnaam doorslaggevend geweest. Zie verder bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.
In tuinbouwkringen wordt deze soort ook al decennia-lang aangeduid met perzikkruiduil. Meer over Nederlandse namen
Meer over Nederlandse namen
- Toelichting wetenschappelijke naam
- Melanchra: melas, melan- is zwart en khros is kleur. Naar de donkere grondkleur.
persicariae: persicaria is een boom waar perziken aan groeien, later ook gebruikt voor Polygonum persicaria, perzikkruid, vanwege de gelijkenis van de bladvorm. Perzikkruid is een voedselplant van deze soort.
- Auteursnaam en jaartal
- (Linnaeus, 1761)
alle soorten uit deze familie