Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 14-16 mm. De voorvleugel van deze tamelijk slank gebouwde uil is smal bij de vleugelwortel en breed bij de achterrand; de vleugelpunt is vrij spits. Ondanks de grote variatie is deze uil meestal goed herkenbaar. De voorvleugel heeft een gelijkmatige grijs-, rood- of purperachtig bruine kleur; vaak bestaat de grondkleur uit een combinatie van deze tinten of zijn er bruinachtig gele vlekken op de vleugel aanwezig. De centrale dwarslijnen zijn fijn geschulpt; de buitenste dwarslijn bestaat vaak slechts uit een rij zwarte puntjes of streepjes.
Afgevlogen of donkere exemplaren kunnen worden verward met de halmrupsvlinder (Mesapamea secalis) en het weidehalmuiltje (M. secalella); deze hebben echter een stompe vleugelpunt en een smallere niervlek. Zie ook de bosgrasuil (Apamea scolopacina).
bosgrasuil
Apamea scolopacina
NOCTUIDAE: Hadeninae
weidehalmuiltje
Mesapamea secalella
NOCTUIDAE: Hadeninae
halmrupsvlinder
Mesapamea secalis
NOCTUIDAE: Hadeninae
Begin juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid.
Rups: april-juni. Jonge rupsen leven in samengesponnen uiteinden van jonge uitlopers, oudere rupsen in dichtgevouwen bladeren. De verpopping vindt plaats in de grond. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Berk; mogelijk wilg, ratelpopulier en kruidachtige planten.
Moerassen, bossen en heiden.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam. Wijdverbreid en vrij algemeen in de oostelijke helft van Vlaanderen, minder algemeen in het Westen. Vrij zeldzaam in Wallonië, waar de soort beperkt is tot Luik en Luxemburg.
In Europa van Centraal-Spanje, Midden-Italië, Macedonië en Bulgarije in het zuiden tot Schotand (Orkney) en tot de poolcirkel in het noorden. Noord- en Midden-Azië tot Kamtsjatka, Sachalin en Japan.
Populier is één van de waardplanten van deze soort.
Parastichtis: para- is naast en stiktos is met puntjes, naar de subterminale rij zwarte vlekjes op de voovleugel. Macleod's afleiding van stikhos is een rij, zou ook kunnen. Wat er ook juist is, Hübner maakte een spellingsfout. De niet geaccepteerde correctie Parastictus van Agassiz in 1846 is in overeenstemming met de eerste uitleg.
suspecta: suspected is wantrouwend. Dit slaat waarschijnlijk op de onzekerheid of dit wel een zelfstandige soort zou zijn. De plaats van deze soort in het hele vlindersysteem is dan ook enige malen veranderd/gecorrigeerd.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
zilvervenster
Autographa bractea
witvlek-silene-uil
Hadena albimacula
boksbaardvlinder
Amphipyra tragopoginis
diana-uil
Griposia aprilina
hazelaaruil
Colocasia coryli
gelijnde grasuil
Tholera decimalis