Vrij zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt in Limburg; ook enkele waarnemingen daarbuiten. RL: ernstig bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-14 mm. Een bruine spanner met een puntige voorvleugel en opvallende witte stippen op het achterlijf. Over de voorvleugel loopt een donkerbruine middenband met donkere gekartelde randen. De donkere middenvlek op de achtervleugel is soms slechts vaag aanwezig.
Tot 25 mm; lichaam groen of grijsachtig bruin met zwartachtige, V-vormige vlekken op de rug en opvallende witte of groene plekken op de segmenten zeven en acht; kop groen of bruin.
Lijkt op het mannetje van zowel de meidoornspanner (Theria primaria) als van de late meidoornspanner (Theria rupicapraria) die allebei vroeger in het jaar vliegen; beide soorten hebben bovendien rondere vleugelpunten, licht geveerde antennen en geen witte stipjes op het achterlijf; ook is de middenband niet zo gekarteld.
late meidoornspanner
Theria rupicapraria
GEOMETRIDAE: Ennominae
meidoornspanner
Theria primaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Half maart-eind mei in één generatie; in zachte winters zijn waarnemingen in februari al mogelijk. De vliegtijd valt ongeveer samen met de bloei van de sleedoorn. De vlinders kunnen als het donker is rustend worden aangetroffen op de buitenste twijgen die nog niet in blad staan; soms worden ze in de schemering vliegend aangetroffen. De vlinders komen niet op smeer en slecht op licht.
Rups: mei-juli. De rups foerageert meestal ´s nachts, maar blijft overdag tussen de bladeren zitten en kan soms uit de takken worden geklopt. De soort overwintert als pop in de grond.
(Gekweekte) prunussoorten en meidoorn.
Vooral struwelen.
Vrij zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt in Limburg; ook enkele waarnemingen daarbuiten. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Verspreide vindplaatsen in Limburg en Vlaams-Brabant. In Wallonië wijdverbreid, vooral in de kalkstreek en de Gaume.
In vergelijking met bimaculata en temerata vertoont distinctata een verbrokkelde verspreiding. Delen van het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa tot in het oosten Trans-Kaukasië, in het zuiden de Balkan, Klein-Azië en Toerkmenistan. De noordgrens loopt over Noord-Duitsland. Uit Denemarken slechts één melding.
Prunussoorten, ook gekweekte, zijn de waardplanten van deze spannersoort.
Aleucis: alpha is een ontkenning en leukos is wit; een genus dat nauw verbonden is met het voorgaande genus (Lomographa) maar daarvan verschilt omdat het een soort omvat die niet wit is.
distinctata: distinctus is onderscheiden; een soort die zich onderscheidt van pictaria Thunberg, 1788 (een synoniem voor Cleorodes lichenaria), een naam die ten onrechte door Curtis aan deze soort was toebedeeld.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
bruine heispanner
Selidosema brunnearia
kleine speerpuntspanner
Rheumaptera subhastata
gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata
sleedoorndwergspanner
Pasiphila chloerata
kruiskruiddwergspanner
Eupithecia expallidata
bandstipspanner
Idaea degeneraria