late meidoornspanner Theria rupicapraria

Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Ennominae / Theria rupicapraria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt lokaal voor in het oosten van het land. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
gevoelig

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Deze soort lijkt sterk op de meidoornspanner (T. primaria) maar geeft een helderder indruk. Het middenveld steekt duidelijk en donker af tegen de aangrenzende velden en vormt daardoor een band. De centrale dwarslijnen die deze middenband afgrenzen lopen sterk naar elkaar toe in de richting van de binnenrand van de vleugel waardoor de band zich daar sterk versmalt. De middenvlek is langwerpig van vorm en heeft soms een lichte kern. De vleugels van het vrouwtje zijn gereduceerd tot bruine hoekige stompjes, die hooguit half zo lang zijn als het achterlijf. Ze hebben een smal scherp afgelijnd donkerbruin, bijna zwart dwarsbandje dat meestal, op een onregelmatige manier, smaller toe loopt in de richting van de binnenrand van de vleugel.

Kenmerken rups

Voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia), kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia), geringde spikkelspanner (Cleora cinctaria), berkenspikkelspanner (Aethalura punctulata) en meidoornspanner (Theria primaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

De meidoornspanner (T. primaria) oogt doffer. Het middenveld is niet of nauwelijks donkerder dan de rest van de vleugel. De afgrenzende centrale dwarslijnen, vooral de binnenste, zijn minder uitgesproken en lopen minder sterk naar elkaar toe in de richting van de binnenrand van de vleugel. De middenvlek op de voorvleugel is meer driehoekig van vorm. Het vrouwtje onderscheidt zich van dat van de late meidoornspanner doordat de vleugelstompjes voorbij de helft van het achterlijf reiken en doordat de middenband zich niet duidelijk versmalt naar de binnenrand van de vleugel toe. De meidoornspanner vliegt gemiddeld een maand vroeger dan de late meidoornspanner, maar er is veel overlap. Zie ook de prunusspanner (Aleucis distinctata).

Prunusspanner

prunusspanner
Aleucis distinctata
GEOMETRIDAE: Ennominae

meidoornspanner
Theria primaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

Gelijkende soorten rups

Voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia), kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia), geringde spikkelspanner (Cleora cinctaria), berkenspikkelspanner (Aethalura punctulata) en meidoornspanner (Theria primaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
GEOMETRIDAE: Ennominae

kleine voorjaarsspanner
Agriopis leucophaearia
GEOMETRIDAE: Ennominae

geringde spikkelspanner
Cleora cinctaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

berkenspikkelspanner
Aethalura punctulata
GEOMETRIDAE: Ennominae

meidoornspanner
Theria primaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

Vliegtijd en gedrag

Januari-begin april in één generatie. De mannetjes vliegen vanaf de schemering; ´s nachts kunnen ze op kale takken van de waardplant worden gevonden, soms parend met een vrouwtje.

Levenscyclus

Rups: vooral in juni. De soort overwintert als pop.

Waardplanten

Vooral sleedoorn maar ook meidoorn

Habitat

In het buitenland: warme, struikrijke plaatsen; vaak zonnige en steile hellingen.

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt lokaal voor in het oosten van het land. RL: niet bedreigd.

België

Zeldzaam en lokaal in Luik, Luxemburg en Namen.

Mondiaal

Van West-Europa en Zuid-Scandinavië tot Noord-Italië en in het oosten tot in Zuid-Rusland en West-Azië (Trans-Kaukasië).

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Early Moth
Duitse naam
Später Schlehenbusch-Winterspanner
Franse naam
la Phalène chamoisée
Synoniemen
Hybernia rupicapraria, Hibernia rupicapraria
Toelichting Nederlandse naam

Theria primaria en Theria rupicapraria zijn nauwelijks te onderscheiden dubbelsoorten. Ook in de Nederlandse namen is dat tot uitdrukking gebracht: meidoornspanner en late meidoornspanner. Rupicapraria zou in ons land ongeveer een maand later vliegen dan primaria.
Voor beide soorten is meidoorn een belangrijke waardplant.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Theria: thereios is van wilde beesten, omdat in dit genus ook rupicapraria is opgenomen, vernoemd naar een wilde geit.
rupicapraria: rupicapra is een gems, verwijzend naar overeenkomstige kleur.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria

dwarsbanddwergspanner
Eupithecia subumbrata

bruine heispanner
Selidosema brunnearia

schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria

tweevlekspanner
Lomographa bimaculata

vroege walstrospanner
Colostygia multistrigaria

alle soorten uit deze familie