wilgenschorsvlinder Apterogenum ypsillon

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Apterogenum ypsillon
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-19 mm. De voorvleugel heeft een tamelijk effen, licht- of donkergrijsachtig bruine of warm grijze kleur. Langs de geleidelijk gebogen voorrand bevinden zich kleine donkere vlekken en soms is een zwartachtige wortelstreep zichtbaar. Kenmerkend is de donkerbruine of zwartachtige tekening tussen de ringvlek en de niervlek; ook aan de andere zijde van de ringvlek ligt vaak een donkere vlek. Soms zijn de ringvlek en de niervlek met elkaar verbonden. De tapvlek is zichtbaar als een pijlvormige, zwart omlijnde vlek.

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: april-juni. Jonge rupsen leven in de katjes of tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. Oudere rupsen verbergen zich overdag, vaak met meerdere exemplaren bij elkaar, in de strooisellaag of achter losse schors en foerageren ´s nachts op de bladeren. De verpopping vindt plaats in een cocon achter schors of in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.

Waardplanten

Wilg en populier.

Habitat

Vochtige bossen, moerassen, rivieroevers en parken met wilg op vochtige kleigrond.

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen in het hele land; minder algemeen ten zuiden van Samber en Maas.

Mondiaal

Van Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije) via Europa noordelijk tot Midden-Scandinavië en Zuid-Karelië naar Klein- en Voor-Azië, Centraal-Azië (Afganistan) en Oost-Siberië tot het Amoer-Oessoeri-gebied.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Dingy Shears
Duitse naam
Weiden-Pappel-Rindeneule
Franse naam
l'Upsilon
Synoniemen
Enargia ypsillon, Apamea ypsilon, Orthosia ypsilon, Parastichtis fissipuncta, Dyschorista fissipuncta, Apamea fissipuncta, Sidemia fissipuncta, Parastichtis ypsillon
Toelichting Nederlandse naam

Wilg en populier zijn de waardplanten van deze soort; waarom hier schors  extra wordt benadrukt is onduidelijk. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

ypsillon: ypsilon is een letter van het Griekse alfabet en de donkere pijlvlek lijkt daar wel wat op.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

gele duinrietboorder
Photedes fluxa

schilddrager
Subacronicta megacephala

levervlek
Euplexia lucipara

rode vlekkenuil
Cerastis rubricosa

geelbruine vlekuil
Amphipoea fucosa

russenuil
Coenobia rufa

alle soorten uit deze familie