Vragen meetnet vlinders

FAQ en verdiepende informatie

Op deze pagina vind je de vaak gestelde vragen, en ook wat verdiepende informatie voor als je meer wilt weten over het meetnet en waarom er nou zo geteld wordt en niet anders.

Sorry, deze website heeft geen mogelijkheid voor inhoudsopgave, inklappen vragen of zoeken op de pagina. Maar met Ctrl-F kan je een vraag ook opzoeken. We zijn bezig met verbetering van de website.

Eerst: de basis

 

Hoe kan ik me aanmelden?

Vind je het leuk om een route te gaan lopen? Neem dan contact op met het meetnetteam. Wij nemen dan contact met je op. We kunnen die route met je uitzetten (buiten het veldwerkseizoen, in het algemeen tussen januari en half mei) maar je krijgt ook informatie voor het geval je het zelf wilt doen. 

Meld je aan

Wat wordt er van mij verwacht?

Om een monitoringroute te lopen, moet je een basale kennis van vlinders hebben. Daarnaast moet je de mogelijkheid hebben om liefst één keer per week ca. een half uur, exclusief reistijd, alleen of samen met iemand een telling te verrichten.

Meld je aan

Welke manieren van monitoren zijn er?

Er zijn drie manieren van monitoren. De eerste manier is een algemene route. Dit is een specifieke route die in het seizoen eens per week dient te worden gelopen. Tijdens deze wandeling worden alle vlindersoorten genoteerd. De meeste routes zijn algemene routes.

Naast de algemene route waarbij alle soorten worden genoteerd, zijn er ook zogenaamde soortgerichte routes. Deze routes worden één tot drie keer in het seizoen gelopen. Deze zijn vooral voor zeldzame soorten. Overigens kunnen we het ook zo instellen dat die drie keer de andere vlinders ook ingevuld mogen worden, als je dat wilt.

Ook is het mogelijk om te tellen in telplots, een stuk waar eitjes geteld worden, vooral van gentiaanblauwtje, sleedoornpage en grote vuurvlinder. Van grote vuurvlinder worden ook rupsen geteld. Een telplot wordt één à twee keer bezocht en de rupsen en eitjes kunnen ook bij bewolkt weer en in de avonduren geteld worden.

De soorten van de eitelplots:
Gentiaanblauwtje, grote vuurvlinder en sleedoornpage

Hoe tel je een route?

Daarvoor hebben we hier een pagina met handleiding gemaakt.

Hoe geef ik de tellingen door?

Tellingen kunnen in de meetnet app ingevoerd worden, of meteen na het lopen van de route worden doorgegeven. Dan kost het maar 5 minuten en kunnen ze worden gebruikt voor tussentijdse nieuwsberichtjes. Ze kunnen ook aan het einde van het seizoen allemaal tegelijk worden ingevoerd. Wel is het belangrijk dit voor 1 november te doen aangezien dan de analyse begint. 

Als je op de computer invoert gaat dat via meetnet.vlinderstichting.nl. Niet alleen kan de telling op deze manier direct worden gebruikt, ook kunnen de eerste controles gelijk worden uitgevoerd. Vaak gaat het om kleine typefoutjes die online snel kunnen worden verbeterd. Via deze site kan je na inloggen snel en gemakkelijk de telling doorgeven. Er is een online handleiding beschikbaar om je eventueel te helpen met het invoeren.

Naast online kan je de telling ook met een papieren formulier doorgeven. Je kunt handleiding en formulieren downloaden of telefonisch aanvragen bij De Vlinderstichting, 0317-467346. 

Mocht je vragen hebben of mocht het niet lukken, dan kan je altijd contact opnemen met de coördinatoren via email, meetnet@vlinderstichting.nl of via de telefoon, 0317-467346.

Kan ik op mijn route dagactieve nachtvlinders invoeren?

Ja, je kunt die invoeren, maar alleen een rijtje soorten waarvan het voorkomen overdag ook wat zegt over de trend van die soort én soorten die voor de gemiddelde dagvlinder teller ook te herkennen zijn. Hieronder zie je de link naar de folder met de soorten.

Als je op het meetnet inlogt kan je het bij "instellingen" zelf aanzetten (klik eerst op de groene knop "Aanpassen"). Belangrijk: we gaan er van uit dat je dan ook alle soorten uit de folder herkent en invoert als je ze ziet, en: als je er wel naar hebt gekeken en niets hebt gezien, zet dan het schuifje bij het invoeren wel naar rechts en voer niets in, dan weten we dat je wel hebt geteld en niets hebt gezien. Ook dat zijn erg belangrijke waarnemingen!

Dagactieve nachtvlinders in het Meetnet Dagvlinders

De soorten dagactieve nachtvlinders die in het dagvlindermeetnet geteld kunnen worden staan in deze folder allemaal beschreven, compleet met vliegtijd.

Dagactieve Nachtvlinders in het Meetnet Dagvlinders

Hoe tel ik een telplot?

Dit staat uitgelegd op de pagina over het route tellen, die vind je hier.

Wat kan ik doen bij het stoppen van mijn route?

Mocht het zo zijn dat je besluit met een route te stoppen door bijvoorbeeld verhuizing, verandering van het gebied of omdat je geen tijd meer hebt, dan vinden wij het fijn om hiervan op de hoogte gesteld te worden. Dit kan via email, meetnet@vlinderstichting.nl of via de telefoon, 0317-467346. We vinden het ook fijn om te horen wat de reden is dat je stopt.

Kan ik ook zelf een route uitzetten?

Ja, dat kan zeker! Op deze pagina staat alles tot in de puntjes uitgelegd.

Hoe wordt een telplot uitgezet?

Dat vind je op deze pagina.

Wat is een soortgerichte route?

Zeldzame soorten worden op de algemene routes te weinig geteld om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de voor- of achteruitgang van de soort. Soms komt dit doordat de soort nog maar weinig voorkomt.

Voor deze soorten kan soortgerichte monitoring een goede oplossing zijn. Bij soortgerichte monitoring wordt een route speciaal voor één soort uitgezet op een plek waar zich een goede populatie bevindt. Deze route wordt alléén in de vliegtijd van de betreffende vlinder drie of vier keer gelopen.

Dan: de verdieping

Hoe kan ik meer leren over vlinders?

Ken je nog niet alle soorten vlinders en wil je ze leren kennen? Kijk dan eens bij onze herkenningskaarten. We hebben een algemene, een voor zandoogjes herkennen, blauwtjes herkennen, witjes herkennen, vuurvlinders en pages herkennen, dikkopjes herkennen, parelmoervlinders herkennen. Ook een goed idee: sluit je aan bij een werkgroep in de buurt! Die vind je op www.vlinderstichting.nl/wat-wij-doen/over-de-vlinderstichting/werkgroepen/

Hier vind je de herkenningskaarten

Waarom invoeren in het meetnet en niet als losse waarnemingen?

Waarom zou je in het meetnet invoeren, en niet als losse waarneming? Wat is het verschil en wat levert dat op?

Bij het meetnet tel je elke keer, elk jaar weer, op dezelfde manier precies dezelfde plek. Een route van ongeveer 5 meter breed, niet verder weg want daar zie je de citroenvlinders nog wel maar de zwarsprietdikkopjes niet meer. We weten dat je alle vlinders die je hebt gezien ook werkelijk hebt genoteerd, en, ook belangrijk: we weten dat je soms wel hebt geteld maar niets hebt gezien.

Bij losse waarnemingen weten we niet of je ook werkelijk alle soorten hebt geteld, en of je ook de grotere vlinders ver weg hebt geteld. Misschien heb je het opgegeven bij het invoeren van de bruin zandoogjes maar vind je icarusblauwtjes zo leuk dat je die wel altijd invoert. Bovendien kunnen we niet zien wanneer je wel bent gaan kijken, maar geen vlinders hebt gezien. 

Tellen voor het meetnet levert enorm betrouwbare gegevens op, waar we met behulp van het CBS goede trends mee kunnen bepalen. Hoe gaat het met de argusvlinder op zandgronden? Hoe gaat het met warmteminnende vlinders? Gaan koudeminnende vlinders in aantal achteruit? Allemaal vragen die niet opgelost kunnen worden met losse waarnemingen.

Is het erg als ik een keer oversla?

Als het vanwege vakantie of aanhoudend slecht weer het tellen een week niet lukt, raak dan niet in paniek. Pak het daarna gewoon weer op.
Bij elke periode waarin wél elke week wordt geteld, kunnen de trends van de dan vliegende vlinders meegepakt worden, want daarvoor zijn ten minste drie tellingen in de vliegtijd van een soort nodig.

Wat is het belang van wekelijks tellen?

Bij elke periode waarin wél elke week wordt geteld, kunnen de trends van de dan vliegende vlinders meegepakt worden, want daarvoor zijn ten minste drie tellingen in de vliegtijd van een soort nodig. Vaker per week mag ook. Maar raak niet in paniek als het een keertje niet lukt; pak het daarna gewoon weer op. Hoe vaker je telt, hoe meer vliegpieken je netjes meepakt. Als dat lukt zijn we je er heel dankbaar voor!

Waarom tel je in een blok van 5x5x5 meter?

Stel, je ziet een citroenvlinder op 15 meter afstand. Je ziet hem, en je had nog geen citroenvlinder, die mag er dan toch ook bij ingevoerd? Het antwoord is: nee. Als daar een zwartsprietdikkopje zou vliegen, zou je die ook zien? Zeer waarschijnlijk niet... Zo krijg je relatief teveel grote duidelijke vlinders die ingevoerd worden (en een vals positieve trend voor die soorten!). De trends worden berekend voor de route van 2,5 meter links en rechts en 5 meter voor je. Als je dus 5 meter voor je een vlinder voorbij ziet vliegen en die is tegen de tijd dat je daar bent alweer weg, dan mag die vlinder inderdaad wél meegeteld worden. Het gaat niet om zoveel mogelijk zien, het gaat om trends die vastgelegd worden. De rest buiten de route mag je invoeren in Telmee of waarneming.nl.

Trends, geen inventarisatie

Bij het route tellen voor het meetnet tel je zó, dat er trends mee bepaald kunnen worden. Je telt dus niet zoveel mogelijk en je zal ook best soorten missen. Het is geen uitputtende inventarisatie! Als je zoveel mogelijk mee probeert te pakken krijg je vals positieve trends en lijkt het beter met de vlinders te gaan dan het werkelijk gaat. Wil je wel een uitputtende inventarisatie, doe dan aanvullend waarnemingen in Telmee of waarneming.nl. Dan mag je lopen waar je wilt!