Zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt in Limburg maar ook daarbuiten af en toe wordt waargenomen. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 23-27 mm. De voorvleugel is metaalglanzend blauwzwart met witte en gele vlekken en de achtervleugel is overwegend rood. Er is enige variatie in kleur en tekening mogelijk, maar de soort blijft altijd goed herkenbaar. Exemplaren met gele achtervleugels zijn uiterst zeldzaam.
Tot 35 mm; lichaam zwart met korte, zwarte en grijze haarborstels op kleine, verheven wratjes ingeplant; over de rug een brede, gebroken, geelachtig witte middenband en een identieke lengteband op de flanken; kop glimmend zwart.
Zie de roomvlek (Arctia villica).
roomvlek
Arctia villica
EREBIDAE: Arctiinae
Begin juni-begin juli in één generatie. De vlinders vliegen overdag, bezoeken bloemen van onder andere distels en zitten vaak te rusten op bladeren. De mannetjes vliegen aan het eind van de middag en het begin van de avond in wilde patrouillevluchten heen en weer. Ze vliegen ook ´s nachts en komen op licht.
Rups: augustus-mei. De rups foerageert overdag bij zonnig weer. De soort overwintert als rups.
Diverse planten en struiken, waaronder gewone smeerwortel, dovenetel, koninginnenkruid, brandnetel, braam, wilg, meidoorn, kamperfoelie en moerasspirea.
Moerassen, rivieroevers, natte graslanden en andere vochtige gebieden.
Zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt in Limburg maar ook daarbuiten af en toe wordt waargenomen. RL: gevoelig.
Een zeldzame soort die verspreid over het hele land voorkomt.
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via Europa, inclusief Zuid-Engeland en het zuiden van Scandinavië, tot in het Wolgagebied en tot de Oeral. In het zuiden van het noordelijke Middellandse Zeegebied tot in Iran.
De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken.
De vlinder van de bonte beer is opvallend bont getekend.
Callimorpha: kallos is schoonheid en morphe is gedaante, vorm. Deze naam geeft goed aan hoe de vlinders in dit genus er uitzien.
dominula: dominula is een verkleinwoord van domina: de bazin van het huishouden (domus). Deze naam en die van A. caja zijn geheel overeenkomstig de gewoonte van Linnaeus om vrouwelijke namen te geven aan soorten met helder gekleurde achtervleugels.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
moerasspinner
Laelia coenosa
gele snuituil
Paracolax tristalis
purperuiltje
Phytometra viridaria
baardsnuituil
Pechipogo strigilata
spaanse vlag
Euplagia quadripunctaria
wikke-uil
Lygephila pastinum