drietand Acronicta tridens

Op de voorvleugels van de drietand vallen de zwarte lijnen op.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Acronictinae / Acronicta tridens
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.

Rode lijst
kwetsbaar

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 17-20 mm. Samen met de psi-uil (A. psi) is deze uil goed te onderscheiden van de andere Acronicta-soorten door de duidelijk afstekende zwarte lengtestrepen op de vaak enigszins bruinachtig getinte, grijze voorvleugel. Het meest opvallend zijn de langgerekte streep in de vorm van een speerpunt in de binnenrandhoek en de lange, vertakte wortelstreep. De naar elkaar toe liggende zijden van de ringvlek en de niervlek zijn zwart omrand; daartussen ligt een zwart lijntje dat de beide vlekken met elkaar verbindt. Er is weinig variatie; soms komen roze getinte exemplaren voor.

Kenmerken rups

Tot 38 mm; op segment vier een opvallende 'vierkante' bult en een minder opvallende bult op segment elf; lichaam grijsachtig zwart met over het midden van de rug een brede oranje-gele band met aan weerszijden een rij oranje-rode vlekjes; over de flanken een brede, witte lengteband met rode of roze tekening; kop glimmend zwart.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de psi-uil (A. psi) en de grote drietand (A. cuspis). De daar genoemde verschillen zijn echter niet betrouwbaar genoeg om de soorten met zekerheid van elkaar te onderscheiden. Voor een zekere determinatie is genitaliënonderzoek nodig.

psi-uil
Acronicta psi
NOCTUIDAE: Acronictinae

grote drietand
Acronicta cuspis
NOCTUIDAE: Acronictinae

Gelijkende soorten rups

In tegenstelling tot bij de vlinders, is de rups van de drietand (Acronicta tridens) wel goed te onderscheiden van die van de psi-uil (A. psi).

Vliegtijd en gedrag

Half april-eind september in twee generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop, soms meerdere jaren, in een licht spinsel onder de schors, in een schorsspleet of in dood hout.

Waardplanten

Allerlei loofbomen en struiken, waaronder sleedoorn, meidoorn, wilg, eik, roos en dwergmispel.

Habitat

Bossen, moerasachtige gebieden, wegbermen en ruderale terreinen in stedelijk gebied.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.

België

Vrij zeldzaam in het hele land, maar wijdverbreid.

Mondiaal

In Europa van het Middellandse zeegebied tot Midden-Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden, Midden-Finland tot de Oeral; eenzelfde verspreiding als A.psi maar veel zeldzamer. Buiten Europa Klein-Azië, Voor-Azië, Midden-Azië tot Noord-China, Korea en Japan. Men moet echter aannemen dat veel van deze waarnemingen de veel gewonere psi betreffen. De vroeger als subspecies van tridens beschouwde A. radoti (Lecerf, 1924) uit Marokko, Algerije en Tunesië dient volgens Rungs (1979) als separate soort te worden beschouwd.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Dark Dagger
Duitse naam
Dreizack-Pfeileule
Franse naam
le Trident
Synoniemen
Apatele tridens, Acronycta tridens, Triaena tridens
Toelichting Nederlandse naam

Drietand is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Drietand wijst op het zwarte figuurtje bij de achterrand van de voorvleugels dat wel wat lijkt op de staf van de zeegod Neptunus.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.
tridens: tri- is drie en dens is een tand, naar de drie takken van de zwarte tornale veeg. Dat er bij het mannelijke genitaal een drievoudig vertakt element zit dat bij psi tweevoudig vertakt is, is een leuke bijkomstigheid.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

schaaruil
Hada plebeja

wilgengouduil
Xanthia togata

saffraangouduil
Tiliacea aurago

lisdoddeboorder
Nonagria typhae

getekende walstro-uil
Chersotis multangula

zwartpuntvolgeling
Noctua orbona

alle soorten uit deze familie