Vrij algemeen. Komt voor op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 17-18 mm. Deze uil is goed te herkennen aan de effen lichtgroene kleur van de voorvleugel en het lichtgroene borststuk. De enige tekening op de voorvleugel bestaat uit een witte, vaak enigszins lichtbruin getinte ringvlek en niervlek, die beide zeer zwak kunnen zijn. In de loop van de vliegtijd vervaagt de groene grondkleur tot groenachtig wit of zelfs bijna wit. Door de voor uilen karakteristieke vleugelvorm en rusthouding is echter geen verwarring mogelijk met andere witte nachtvlinders.
Bleke grasworteluil (Apamea lithoxylaea), okergele grasuil (Apamea sublustris), graswortelvlinder (Apamea monoglypha) en moeras-grasuil (Lateroligia ophiogramma).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
okergele grasuil
Apamea sublustris
NOCTUIDAE: Hadeninae
moeras-grasuil
Lateroligia ophiogramma
NOCTUIDAE: Hadeninae
bleke grasworteluil
Apamea lithoxylaea
NOCTUIDAE: Hadeninae
graswortelvlinder
Apamea monoglypha
NOCTUIDAE: Hadeninae
Eind juni-eind september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; overdag bezoeken ze bloemen van onder andere distels. Verse vlinders zijn soms ongeveer een uur na zonsondergang in de grasvegetatie te vinden, waar ze zitten te rusten om hun vleugels te laten drogen.
Rups: april-juli. De rups eet van de stengel en de wortels van de waardplant en verpopt zich tussen de wortels. De soort overwintert als ei.
Diverse grassen, waaronder pijpenstrootje en bochtige smele.
Graslanden en heiden.
Vrij algemeen. Komt voor op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: kwetsbaar.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Beperkt tot de Antwerpse en Limburgse Kempen en enkele vindplaatsen in Oost- en West-Vlaanderen, waar de soort sterk achteruitgaat. Uitgestorven in Wallonië.
Europa: naar het zuiden tot Zuid-Spanje, Midden-Italië, Noord-Griekenland en Bulgarije, naar het noorden tot de westkust van Ierland (ssp. occidentalis Cockayne, 1954), Denemarken, Zuid-Zweden, Zuid-Finland en Estland. Naar het oosten in noordelijk Midden- en Voor-Azië tot Oost-Toerkestan.
Dit is een prachtige groene uil die aan grazige omgeving en heidevelden gebonden is.
Calamia: kalamos is riet, naar de habitat verwijzend.
tridens: tridens is drievoudig getand. Hoefnagel beschrijft drie soms aanwezige vlekjes in de niervlek.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
helmgrasuil
Mythimna litoralis
nunvlinder
Orthosia gothica
goudhaaruil
Acronicta auricoma
gewone worteluil
Agrotis exclamationis
perzikkruiduil
Melanchra persicariae
moerasheide-aarduil
Protolampra sobrina