Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 16-20 mm. Deze uil komt in kleur en tekening sterk overeen met de kleine breedbandhuismoeder (N. janthina) en is daarvan in rusthouding zeer moeilijk te onderscheiden.
De open-breedbandhuismoeder (Noctua janthe) en kleine breedbandhuismoeder (Noctua janthina) zijn niet te onderscheiden aan de hand van een foto van de bovenkant. De onderscheidende kenmerken zijn niet zichtbaar bij een vlinder in rusthouding. Kijk hier voor de gedetailleerde verschillen tussen de twee soorten.
kleine breedbandhuismoeder
Noctua janthina
NOCTUIDAE: Noctuinae
Volgeling (Noctua comes), kleine breedbandhuismoeder (Noctua janthina), dubbelpijl-uil (Graphiphora augur), zwarte-c-uil (Xestia c-nigrum), trapeziumuil (Xestia ditrapezium), driehoekuil (Xestia triangulum), bruine zwartstipuil (Xestia baja), kooluil (Mamestra brassicae), kleine huismoeder (Noctua interjecta) en splinterstreep Naenia typica).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
volgeling
Noctua comes
NOCTUIDAE: Noctuinae
kleine huismoeder
Noctua interjecta
NOCTUIDAE: Noctuinae
kleine breedbandhuismoeder
Noctua janthina
NOCTUIDAE: Noctuinae
dubbelpijl-uil
Graphiphora augur
NOCTUIDAE: Noctuinae
zwarte-c-uil
Xestia c-nigrum
NOCTUIDAE: Noctuinae
trapeziumuil
Xestia ditrapezium
NOCTUIDAE: Noctuinae
driehoekuil
Xestia triangulum
NOCTUIDAE: Noctuinae
bruine zwartstipuil
Xestia baja
NOCTUIDAE: Noctuinae
splinterstreep
Naenia typica
NOCTUIDAE: Noctuinae
kooluil
Mamestra brassicae
NOCTUIDAE: Noctuinae
Eind juni-eind september in één generatie. De vlinders zijn zowel ´s nachts als overdag actief; ze komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
Rups: september-april. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.
Diverse kruidachtige planten, loofbomen en struiken. In de winter ook grassen.
Vooral bossen, struwelen, heiden en tuinen.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land.
Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije, Tunesië) en heel West-Europa, oostelijk inclusief Italië, Slovenië, Hongarije, Slowakije, West-Polen, Zuid-Finland, noordelijk tot Schotland, Ierland, Zuid-Noorwegen en Zuid-Zweden. Volgens Heinicke (1994) bestaat in Oost-Duitsland de indruk dat janthe daar in de zuidelijke gebieden pas recentelijk binnengetrokken is.
Naast de breedbandhuismoeder en de kleine breedbandhuismoeder is er nog een huismoeder met een brede zwarte rand langs de rand van de achtervleugel. Deze soort heeft dezelfde afmetingen als de kleine maar de brede band is lang niet zo volledig als die van de kleine breedbandhuismoeder, vandaar open-breedbandhuismoeder.
Noctua: noctus, noctu is de nacht, 's nachts. Noctua is ook een uilensoort met kleine oortjes en gewijd aan Minerva. Of Linnaeus aan deze vogel dacht toen hij de naam gaf is onbekend; opvolgers legden wel dit verband. Deze naam werd ook de familieaanduiding, zowel in de wetenschappelijke naam als in het Nederlandse uilen. De essentie dient gezocht te worden in de nachtelijke leefwijze van deze vlinders.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
iepengouduil
Xanthia gilvago
donkere jota-uil
Autographa pulchrina
geelbruine vlekuil
Amphipoea fucosa
grijze grasuil
Mythimna pudorina
kromzitter
Asteroscopus sphinx
tweekleurige heremietuil
Ipimorpha subtusa