berkenwintervlinder Operophtera fagata

De vrouwtjes van de berkenwintervlinder hebben gereduceerde vleugels met duidelijke zwarte bandjes.
Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Larentiinae / Operophtera fagata
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor in Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-18 mm. Het mannetje heeft een vrij licht gekleurde voorvleugel met een enigszins zijdeachtige glans; de achtervleugel is witachtig. De vleugelstompjes van het vrouwtje reiken tot halverwege het achterlijf en hebben duidelijk zichtbare, vrij brede zwarte bandjes.

Kenmerken rups

Tot 21 mm; lichaam geelachtig groen met een grijsachtige middenstreep over de rug; over de spiracula een grijze lengtestreep, die aan de bovenrand geel gezoomd is; spiracula zwart; kop en thoraxale poten zwart.

Gelijkende soorten vlinder

De herfstspanner (Epirrita dilutata), de bleke novemberspanner (Epirrita christyi) en de novemberspanner (Epirrita autumnata) zijn over het algemeen groter en grijzer van kleur. Het mannetje van de kleine wintervlinder (O. brumata) heeft een donkerder voorvleugel (zonder zijdeachtige glans) met een rondere vleugelpunt; het vrouwtje van de kleine wintervlinder heeft kleinere vleugelstompjes met een smal zwart dwarsbandje. De vrouwtjes van de meeste andere spanners met sterk gereduceerde vleugels zijn groter.

bleke novemberspanner
Epirrita christyi
GEOMETRIDAE: Larentiinae

novemberspanner
Epirrita autumnata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

herfstspanner
Epirrita dilutata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

kleine wintervlinder
Operophtera brumata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Gelijkende soorten rups

Kleine wintervlinder (Operophtera brumata); de kleine wintervlinder heeft echter geen zwarte kop en geen zwarte borstpoten.

kleine wintervlinder
Operophtera brumata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Vliegtijd en gedrag

Begin oktober-half december in één generatie. Het begin en het eind van de vliegtijd hangen af van de weersomstandigheden. De mannetjes komen goed op licht. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen in het donker worden gevonden door de waardplanten af te zoeken.

Levenscyclus

Rups: april-juni. De rups verpopt zich in de grond. De soort overwintert als ei op de waardplant.

Waardplanten

Vooral berk en beuk, maar ook andere loofbomen.

Habitat

Vooral bossen, heiden en struwelen.

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor in Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. RL: niet bedreigd.

België

Zeer zeldzaam in Vlaanderen; nagenoeg beperkt tot de Limburgse Kempen; lokaal talrijk. In Wallonië wijdverbreid en vrij algemeen.

Mondiaal

In Europa vooral in berggebieden, hier komt de verbreiding overeen met die van rode beuken. In Noord-Europa tot Noord-Scandinavië, in het oosten en zuiden tot de Oekraïne en Turkije.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Northern Winter Moth
Duitse naam
Buchen-Frostspanner
Franse naam
la Cheimatobie du hêtre
Oud Nederlandse naam
wintervlinder
Synoniemen
Operophtera boreata, Cheimatobia boreata
Toelichting Nederlandse naam

Deze spanner vliegt in de wintermaanden en berk is een belangrijke waardplant van deze soort.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Operophtera: een foute schrijfwijze van Oporopthera. Opora is fruit en phtheiro is beschadigen, vernietigen; vanwege de schade die de rups van de kleine wintervlinder kan veroorzaken aan fruitbomen.
fagata: Fagus is het plantengeslacht beuk. De rups leeft echter vooral op berk en roosachtigen.

Auteursnaam en jaartal
(Scharfenberg, 1805)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

spardwergspanner
Eupithecia abietaria

groene bergspanner
Colostygia olivata

meldedwergspanner
Eupithecia simpliciata

ligusterstipspanner
Scopula imitaria

vlekstipspanner
Idaea dimidiata

dennendwergspanner
Eupithecia indigata

alle soorten uit deze familie