Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-16 mm. De mannetjes hebben een vale licht- tot donkergrijsbruine kleur met op de voorvleugel een vaak onduidelijke, iets donkerdere middenband. De grijsbruine achtervleugel is lichter en meer effen gekleurd. Mannetjes zijn opvallend variabel in grootte, zelfs als het om vlinders in hetzelfde gebied gaat. Het vrouwtje heeft slechts kleine zwart gebandeerde vleugelstompjes en kan niet vliegen.
Tot 20 mm; lichaam blauwachtig groen, geelachtig groen of groenachtig grijs, gewoonlijk over de rug een donkere middenstreep met aan weerszijden daarvan twee geelachtig witte lengtestrepen, waarvan de buitenste streep gebroken en onregelmatig is; over of iets onder de spiracula een geelachtig witte lengtestreep; veel exemplaren hebben smalle, gele ringen tussen de segmenten; kop bleek groenachtig bruin met donkerbruine tekening.
De herfstspanner (Epirrita dilutata), de bleke novemberspanner (Epirrita christyi) en de novemberspanner (Epirrita autumnata) zijn over het algemeen groter, grijzer van kleur en hebben puntigere voorvleugels. Zie ook de berkenwintervlinder (O. fagata).
bleke novemberspanner
Epirrita christyi
GEOMETRIDAE: Larentiinae
novemberspanner
Epirrita autumnata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
herfstspanner
Epirrita dilutata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia) en kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia). De drie soorten kunnen massaal tegelijkertijd aanwezig zijn. De rupsen van de voorjaarsboomspanner zijn van de andere twee te onderscheiden door een onvolledig ontwikkeld paar poten aan het achtste lichaamssegment.
Lijkt ook op de berkenwintervlinder (Operophtra fagata), die echter altijd een zwarte kop en zwarte borstpoten heeft.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
kleine voorjaarsspanner
Agriopis leucophaearia
GEOMETRIDAE: Larentiinae
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Begin oktober-half december in één generatie. Het begin en het eind van de vliegtijd hangen af van de weersomstandigheden; tijdens zachte winters vliegen de vlinders soms tot half januari. De vlinders komen goed op licht en zijn vaak op verlichte vensters aan te treffen. Wanneer men in de late herfst of het begin van de winter in het licht van autolampen nachtvlinders ziet dwarrelen, gaat het, vooral in de buurt van bossen en struwelen, vrijwel zeker om de mannetjes van deze spanner. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen in het donker rustend of omhoog kruipend op boomstammen worden waargenomen.
Rups: april-juni. De rupsen laten zich aan een zijden draad op de grond zakken, waarna ze zich in een stevige cocon verpoppen. De soort overwintert als ei op een twijg of in een bastspleet dicht bij een bladknop.
Allerlei loofbomen en struiken (soms schadelijk op eik).
Allerlei gebieden met voldoende bomen of struiken, ook in stedelijke omgeving.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
Heel Europa tot Trans Kaukasië en oostelijk van de Oeral tot de Amoer; in het zuiden vooral in berggebieden, in het noorden tot boven de poolcirkel. In West-Canada en in het noorden van de VS geïmporteerd.
Deze spanner vliegt in de wintermaanden en is de kleinste van de wintervlinders.
Kleine wintervlinder is in fruit- en bosbouw al decennialang in gebruik.
Operophtera: een foute schrijfwijze van Oporopthera. Opora is fruit en phtheiro is beschadigen, vernietigen; vanwege de schade die de rups van de kleine wintervlinder kan veroorzaken aan fruitbomen.
brumata: bruma is een verkort woord voor brevissima is het kortste, de kortste dag en ook de winter in het algemeen. De vliegtijd van deze vlinder.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting
drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
iepenvenusje
Venusia blomeri
hopdwergspanner
Eupithecia assimilata
bonte walstrospanner
Catarhoe cuculata
variabele spikkelspanner
Alcis repandata
streepstipspanner
Idaea humiliata