Een zeer algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt.
Voorvleugellengte: 24-31 mm. Een roodachtig bruine vlinder met op de bovenkant van alle vier de vleugels een grote opvallende oogvlek. De onderkant van de vleugels is zwart.
Tot 42 mm; lichaam zwart, fijn wit gespikkeld en met lange zwarte doorns op rug en flanken; buikpoten geelachtig bruin; kop glimmend zwart.
Eind juni-oktober en na de overwintering van begin maart-eind mei in één generatie. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende soorten planten. In het voorjaar houdt het mannetje een territorium bezet.
De uiterste data waarop een vlinder is gezien, zijn 1 januari en 31 december. Deze soort, die als vlinder overwintert, kan dus het hele jaar door worden waargenomen.
Rups: eind april-half juli en in de maand september. Jonge rupsen leven in groepen in spinselnesten, volwassen rupsen leven solitair. De verpopping vindt meestal plaats op de waardplant, maar soms op een struik of muur in de omgeving daarvan. De soort overwintert als vlinder op een vochtige en koele plaats in een boom of gebouw.
Grote brandnetel.
Vooral ruige graslanden, bloemrijke randen van bos- en heidegebieden, dijken, parken en tuinen.
De rupsen van de dagpauwoog leven op brandnetels die groeien op vochtige, halfbeschaduwde plaatsen aan randen van bossen, velden of nabij de waterkant. De vlinders zoeken nectar in een groot aantal biotopen zoals ruige graslanden, bloemrijke randen van bos- en heidegebieden, dijken en tuinen. De hoogste dichtheid aan vlinders wordt gevonden in droge graslanden.
Een zeer algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt.
De dagpauwoog is een mobiele vlinder die vele tientallen tot honderden kilometers kan zwerven. In sommige jaren zwerven grotere aantallen over grote afstanden. Zo'n jaar was bijvoorbeeld 1995 toen in juli en augustus enorme aantallen dagpauwogen Nederland binnentrokken. Maar deze soort trekt in veel mindere mate dan bijvoorbeeld de atalanta of de koolwitjes. Bovendien waaien de vlinders vooral met de wind mee, van gerichte trek in een bepaalde richting is geen sprake. Vlinders van de zeldzame tweede generatie blijken gemiddeld eerder te gaan zwerven.
In Nederland is de dagpauwoog een zeer algemene standvlinder. Vermoedelijk is dat niet altijd zo geweest. Waarschijnlijk was de dagpauwoog aan het begin van de vorige eeuw minder algemeen dan nu en werden de jaarlijkse aantallen aangevuld met zwervers uit het zuiden. In de loop van die eeuw is het verspreidingsgebied uitgebreid.
De dagpauwoog komt voor van Ierland tot Japan en van Midden-Scandinavië tot Zuid-Spanje. Het areaal breidt zich vermoedelijk door de opwarming van het klimaat noordwaarts uit.
Uit het Landelijk Meetnet Vlinders blijkt dat de stand jaarlijks fluctueert. Deze fluctuaties hebben waarschijnlijk niet alleen te maken met invasies uit buurlanden maar ook met de kwaliteit van de waardplant. Brandnetels kunnen slecht tegen lange droogteperioden waardoor er in droge zomers minder voedsel voor de rupsen is. Uit het meetnet blijkt ook een sterke achteruitgang van de aantallen.
Uit het Landelijk Meetnet Vlinders blijkt dat de stand jaarlijks fluctueert. Deze fluctuaties hebben waarschijnlijk niet alleen te maken met invasies uit buurlanden maar ook met de kwaliteit van de waardplant. Brandnetels kunnen slecht tegen lange droogteperioden waardoor er in droge zomers minder voedsel voor de rupsen is. Uit het meetnet blijkt ook een sterke achteruitgang van de aantallen.
Op landelijk niveau zijn er geen speciale beschermingsmaatregelen nodig. Plaatselijk kan de stand worden bevorderd door op vrij vochtige halfbeschaduwde plaatsen, zoals bosranden, slootkanten, hagen en struwelen, brandnetels te laten staan. Ook in het stedelijk groen is het creëren van geschikte voortplantingsplaatsen mogelijk. Daarnaast moet er in het voorjaar en de (na)zomer voldoende nectar voor de vlinders aanwezig zijn.
Toekomst
Hoewel de dagpauwoog achteruit gaat, blijft hij voorlopig een (zeer) algemene standvlinder.
Aglais: aglaos is mooi, aglaia is schoonheid. Aglaja is een van de drie gratiën.
blauwe ijsvogelvlinder
Limenitis reducta
keizersmantel
Argynnis paphia
veldparelmoervlinder
Melitaea cinxia
monarchvlinder
Danaus plexippus
gehakkelde aurelia
Polygonia c-album
dagpauwoog
Aglais io