Vrij algemeen. Komt voor in de duinen en lokaal op niet te droge zandgronden; op sommige plaatsen lijkt de soort vrij algemeen voor te komen. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 8-10 mm. De levendige purperkleurige en gele vleugeltekening onderscheidt deze soort van vrijwel alle andere kleine spanners. Bij sommige exemplaren overheersen de gele vlekken, andere zijn overwegend purperkleurig met kleine gele vlekjes midden op de vleugel en een gele franje.
De zuringspanner (Lythria cruentaria) en het purperuiltje (Phytometra viridaria) hebben geen vlekken maar duidelijke dwarsbanden op de voorvleugel. Zie ook de purperen stipspanner (Scopula rubiginata). Daarnaast zijn er verschillende geel met purperkleurige dagactieve microvlinders in de familie van de lichtmotten (Pyralidae), onder andere de muntvlinder (Pyrausta aurata) en de purpermot (Pyrausta purpuralis); beide hebben echter een iets andere vleugelvorm en tekening en zijn donkerder van kleur. Ook de triangelmot (Hypsopygia costalis) is anders getekend.
purperuiltje
Phytometra viridaria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
zuringspanner
Lythria cruentaria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
purperen stipspanner
Scopula rubiginata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
Okergele spanner (Idaea ochrata), randstipspanner (Idaea sylvestraria), satijnstipspanner (Idaea subsericeata) en geblokte stipspanner (Idaea emarginata). Let op: de rups kan ook verward worden met rupsen van de Scopula-soorten.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
okergele spanner
Idaea ochrata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
randstipspanner
Idaea sylvestraria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
satijnstipspanner
Idaea subsericeata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
geblokte stipspanner
Idaea emarginata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
Half juni-begin augustus in één generatie; soms een kleine partiële tweede generatie. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen uit lage vegetatie. Ze vliegen vanaf de schemering en rond zonsopkomst en komen op licht.
Rups: augustus-half mei. De soort overwintert als rups en verpopt zich in een cocon in de strooisellaag.
Diverse kruidachtige planten.
Vooral vochtige heiden, moerassen en natte graslanden; ook drogere heiden.
Vrij algemeen. Komt voor in de duinen en lokaal op niet te droge zandgronden; op sommige plaatsen lijkt de soort vrij algemeen voor te komen. RL: niet bedreigd.
In Vlaanderen vrij zeldzaam en wijdverbreid ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië vrij zeldzaam, maar wijdverbreid.
Van Spanje en Frankrijk via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden), Midden-Scandinavië en naar het oosten Rusland en Siberië en als ssp. minor (Sterneck 1927) in het Amoergebied, Noord-China, Korea en Japan; in het zuiden: Midden-Italië, de Balkan en de Kaukasus.
De vleugelkleuren van dit spannertje zijn geel en purper.
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.
muricata: murex is een weekdier dat de beroemde Tyrische purperkleurstof leverde. Verwijst uiteraard naar de purperen tekening op de vleugels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
gevlekte spikkelspanner
Alcis deversata
silenedwergspanner
Eupithecia venosata
geelblad
Ennomos quercinaria
satijnen spikkelspanner
Deileptenia ribeata
bessentakvlinder
Eulithis mellinata
berkenoogspanner
Cyclophora albipunctata