Vrij algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Goed te herkennen aan de grof geschulpte achterrand van de vleugels, de scherpe fraai golvende centrale dwarslijnen, de duidelijke vleugeladers en de duidelijke middenstip op zowel de voor- als de achtervleugel. Het mannetje is zandkleurig tot lichtbruin, het kleinere vrouwtje is meer oranje getint en donkerder. Ook loopt bij het vrouwtje een duidelijke brede middenschaduw over de voor- en achtervleugel; bij het mannetje is deze vaag of nauwelijks zichtbaar. De franje langs beide vleugels is opvallend geblokt. Er is weinig variatie.
Okergele spanner (Idaea ochrata), geelpurperen spanner (Idaea muricata), randstipspanner (Idaea sylvestraria) en satijnstipspanner (Idaea subsericeata). Let op: de rups kan ook verward worden met rupsen van de Scopula-soorten.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
geelpurperen spanner
Idaea muricata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
okergele spanner
Idaea ochrata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
randstipspanner
Idaea sylvestraria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
satijnstipspanner
Idaea subsericeata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
Half juni-eind augustus in één generatie; hoogst zelden een partiële tweede generatie in september. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen in kleine aantallen op licht.
Rups: juli-mei. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een cocon in de strooisellaag.
Diverse kruidachtige planten, waaronder akkerwinde; ook ratelpopulier, opslag van grauwe wilg en dorre berkenbladeren.
Vochtige bossen, moerassen, ruige graslanden, struwelen langs sloten, schorren, kwelders en slikken.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: kwetsbaar.
Zeldzaam, maar wijdverbreid in het hele land. Iets algemener in de Kempen.
Van Marokko en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) oostwaarts tot Rusland en Midden-Azië (Altaj); in het noorden tot Midden-Scandinavië, in het zuiden: Italië, de Balkan, tot de Kaukasus en Toerkmenistan.
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners.
Geblokte wijst naar de geblokte franje aan de vleugels van deze stipspanner.
Idaea: idaios heeft betrekking op de berg Ida, de uitzichtplaats van waaruit de goden en godinnen de gevechten rond Troje volgden.
emarginata: emarginatus is beroofd van de rand: delen van de rand ontbreken.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
wilgendwergspanner
Eupithecia tenuiata
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
geveerde spikkelspanner
Peribatodes secundaria
drievlekspanner
Stegania trimaculata
vroege dwergspanner
Eupithecia lanceata
speerpuntspanner
Rheumaptera hastata