gewone grasuil Luperina testacea

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Luperina testacea
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Rode lijst
gevoelig

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-18 mm. Deze stevig gebouwde uil is variabel in grootte; ook de breedte en de kleur van de ruw aandoende voorvleugel kunnen variëren. De kleur loopt uiteen van dof strokleurig, via licht- en donkerbruin tot zwartachtig bruin; meestal zijn de vleugels fijn grijs gespikkeld. De zwarte, vaak licht afgezette centrale dwarslijnen markeren het donkerdere middenveld. De niervlek en de ringvlek zijn vaak gedeeltelijk zwartgerand. Soms is een kleine tapvlek zichtbaar, maar meestal is deze opgenomen in een brede donkere verbindingsbalk tussen de centrale dwarslijnen. De tekening op de voorvleugel varieert in intensiteit, maar het basispatroon is constant. De achtervleugel is wit, zelden bruinachtig wit of soms grijs en enigszins doorschijnend, waardoor de lichtbruine aderen te zien zijn.

Kenmerken rups

Tot 35 mm; plomp, huid glanzend en geplooid; lichaam vuil geelachtig wit, donkerder op de rug; nek- en anaalschild op resp. segment één en dertien geelachtig bruin; spiracula rozeachtig met zwarte rand; kop glimmend geelachtig bruin.

Vliegtijd en gedrag

Half juli-begin oktober in één generatie. De vlinders komen op licht en zijn ´s nachts rustend op grassen aan te treffen. De vlinders nemen geen voedsel op.

Levenscyclus

Rups: september-juni. De rups leeft in de grond tussen de wortels van de waardplant, waar ook de verpopping plaatsvindt. De soort overwintert als rups.

Waardplanten

Diverse grassen, waaronder kweek; ook granen.

Habitat

Graslanden, landbouwgebieden, tuinen, bosranden en duinen.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

België

Vrij algemeen in het hele land. Lokaal talrijk.

Mondiaal

Van Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije) en via het grootste deel van Europa naar Klein-Azië. In Europa noordelijk tot de Orkney-eilanden, de Hebriden, Zuid-Noorwegen, Zuid-Zweden, Zuid-Finland. Naar het zuiden tot Zuid-Italië, Sicilië en Bulgarije (nog niet gesignaleerd in Albanië, Macedonië en Griekenland.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Flounced Rustic
Duitse naam
Lehmfarbige Graswurzeleule
Franse naam
l'Avare , la Lupérine testacée
Synoniemen
Apamea testacea
Toelichting Nederlandse naam

Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
Op veel plaatsen in ons land een heel gewone vlinder.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Luperina: mogelijk van luperinus, een vorm van lupus is een wolf. Wijzend op de grijze kleur van de vlinders, aldus Macleod. Een moeilijkheid is dat Boisduval en tijdgenoten hun namen van Griekse woorden afleidden en het is niet aannemelijk dat dit een uitzondering zou zijn. Een andere mogelijkheid is dat er een schrijffout is opgetreden en dat het eigenlijk Lyperina had moeten zijn en dat zou moeilijk, moeizaam betekenen, wijzend op de saaie kleuren. Maar nu geeft de Latijnse uitgang -inus problemen, want dat kan niet worden toegevoegd aan een Griekse stam.
testacea: testaceus is de kleur van bakstenen. Dit is een variabele soort en mogelijk zijn de Weense soorten roder dan die van ons; andersom kan natuurlijk ook: hun bakstenen zijn minder rood.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

gestreepte rietuil
Leucania obsoleta

roodbont heide-uiltje
Anarta myrtilli

gevlekte winteruil
Conistra rubiginea

granietuil
Lycophotia porphyrea

bruine herfstuil
Sunira circellaris

gele duinrietboorder
Photedes fluxa

alle soorten uit deze familie