Vrij zeldzaam. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 16-17 mm. Deze uil lijkt veel op de veenheide-uil (A. menyanthidis), maar is vaak iets donkerder grijs en heeft een smallere voorvleugel. Opvallend zijn de donkere dolkvormige streep in de binnenrandhoek van de voorvleugel en de witachtige afzetting aan de binnenzijde van de buitenste dwarslijn. De ringvlek is tamelijk groot en heeft vrijwel altijd een zwarte kern.
Tot 40 mm; lichaam donkergrijs met fluweelzwarte dwarsbanden op de rugzijde; elke dwarsband met vier oranjerode vlekken, waarop roodachtige haarborstels staan ingeplant; spiracula wit met zwarte rand; kop glimmend zwart.
De zuringuil (A. rumicis) heeft een opvallende witte vlek langs de binnenrand van de voorvleugel; de zwarte streep in de binnenrandhoek ontbreekt. Zie ook de veenheide-uil (A. menyanthidis).
veenheide-uil
Acronicta menyanthidis
NOCTUIDAE: Acronictinae
zuringuil
Acronicta rumicis
NOCTUIDAE: Acronictinae
Begin april-eind september in twee generaties. De vlinders komen op licht en op smeer en rusten overdag op een boomstam.
Rups: mei-november. De rups is zowel ´s nachts als overdag actief. De soort overwintert als pop in een cocon op de waardplant of in de strooisellaag.
Diverse loofbomen en struiken, waaronder eik, bosbes, wilg, berk, struikhei en braam; ook kruidachtige planten.
Bossen, struwelen, heiden en duinen.
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam in de Kempen; daarbuiten zeer zeldzaam. In Wallonië wijdverbreid en lokaal vrij algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
Nagenoeg in heel Europa. Van Zuid-Spanje, Midden-Italië en Noord-Griekenland tot Noord-Scandinavië en in Azië naar het oosten tot Oost-Siberië, naar het zuiden tot Noord-Iran en Noord-Turkije. In Zuid-Engeland verdwenen.
De soortnaam wijst op de beharing van de rups. Zie verder bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.
Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.
auricoma: aurum is goud en coma is haar, naar de roodachtige pluimpjes in de beharing van de rups.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
rookkleurige worteluil
Euxoa nigricans
wachtervlinder
Eupsilia transversa
late heide-uil
Xestia agathina
vale duinrietboorder
Photedes extrema
zwartrandgrasuil
Apamea epomidion
bonte daguil
Protoschinia scutosa