grote wintervlinder Erannis defoliaria

De voorvleugels van het mannetje van de grote wintervlinder zijn variabel van patroon en van kleur.
Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Ennominae / Erannis defoliaria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-25 mm. De voorvleugel van het mannetje heeft een variabel patroon. Over de voorvleugel lopen meestal twee bruine of zwartachtige dwarsbanden die nogal onregelmatig van vorm zijn; meestal is ook een donkere centrale vlek aanwezig. De grondkleur varieert van gebroken wit tot oranjebruin. De achtervleugel is gewoonlijk gebroken wit met een centrale donkerbruine vlek. Regelmatig komen ook zwartgespikkelde vlinders zonder verdere tekening voor. De verschillende vormen vliegen door elkaar. Het vrouwtje is meestal geelwit met zwarte stippen en heeft kleine vleugelstompjes die met het blote oog nauwelijks zichtbaar zijn.

Kenmerken rups

Tot 32 mm; lichaam roodachtig of geelachtig bruin met een zwarte lengtestreep boven de spiracula; onder deze streep is het lichaam geel of okerkleurig, soms met roodachtig bruine veegjes rond de spiraculae; kop roodachtig bruin, ingesneden.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de najaarsspanner (Agriopis aurantiaria), de grote voorjaarsspanner (Agriopis marginaria) en het vrouwtje van de voorjaarsboomspanner (Alsophila aescularia).

grote voorjaarsspanner
Agriopis marginaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

najaarsspanner
Agriopis aurantiaria
GEOMETRIDAE: Ennominae

voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
GEOMETRIDAE: Ennominae

Gelijkende soorten rups

Bosbesbruintje (Macaria brunneata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

bosbesbruintje
Macaria brunneata
GEOMETRIDAE: Ennominae

Vliegtijd en gedrag

Begin oktober-eind december in één generatie; vroege waarnemingen vanaf eind augustus kunnen sporadisch voorkomen. De mannetjes worden bij het invallen van de duisternis soms vliegend waargenomen, vaak meerdere exemplaren bij elkaar; ze vliegen daarbij ongeveer twee meter boven de grond tussen steeds dezelfde bomen heen en weer. Vanaf vroeg in de avond tot ruim na middernacht komen de mannetjes op licht, soms in grote aantallen. De vrouwtjes kunnen worden gevonden door in het donker boomstammen af te zoeken.

Levenscyclus

Rups: april-juni. De soort overwintert als ei op de waardplant.  De eitjes van de grote wintervlinder worden tussen schorsspleten en korstmossen weggestopt. 

Waardplanten

Vooral eik en soms ook schadelijk. Ook op andere loofbomen en struiken.

Habitat

Bossen, struwelen, heiden en ruige graslanden; soms ook tuinen.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor.

België

Algemeen in het hele land.

Mondiaal

Van IJsland en de Britse eilanden tot Oost-Azië; in het zuiden Noord-Afrika en van het westelijk Middellandse Zeegebied via de Balkan, de Zwarte Zee en de Kaukasus tot Kazachstan, in het noorden tot Zuid-Scandinavië.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Mottled Umber
Duitse naam
Grosser Frostspanner
Franse naam
l'Hibernie défeuillante
Oud Nederlandse naam
bruingebandeerde vlinder, lindespanner
Synoniemen
Hybernia defoliaria, Hibernia defoliaria
Toelichting Nederlandse naam

Deze spanner vliegt in de wintermaanden en hij is de grootste van de wintervlinders.
Ook in tuinbouwkringen heet deze soort al decennia-lang grote wintervlinder (soms kaalvraat).

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Erannis: erannos is lief; het oordeel van de kunstenaar Hübner.
defoliaria: de- is ontkennend voorvoegsel en folium is blad, verwijzend naar het soms talrijke optreden van de rups waardoor veel planten helemaal worden ontbladerd.

Auteursnaam en jaartal
(Clerck, 1759)

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

herfstpapegaaitje
Chloroclysta miata

geelschouderspanner
Ennomos alniaria

kalkdwergspanner
Eupithecia semigraphata

gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata

eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata

spardwergspanner
Eupithecia abietaria

alle soorten uit deze familie