Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 17-24 mm. De voorvleugel is grotendeels bruinachtig geel met in het middenveld langs de voorrand een witachtig vlak, die aan de buitenzijde begrensd wordt door een opvallende zwartbruine haakvormige vlek. Deze tekening vormt een belangrijk onderscheidend kenmerk, hoewel de kleur en de intensiteit enigszins variëren.
Tot 40 mm; lichaam bleek grijsachtig groen, soms met een purperachtig roze zweem; de achterste segmenten soms geelachtig of helder oranje bruin; segmenten vijf en zes met opvallende bulten op de rugzijde en segment elf met een kleinere bult; over de rugzijde van de eerste drie segmenten een brede donkergroene middenband; kop witachtig met zwartachtig groene stippen.
Zie de wilgentandvlinder (N. tritophus).
wilgentandvlinder
Notodonta tritophus
NOTODONTIDAE: Notodontinae
Geelbruine tandvlinder (Notodonta torva) en wilgentandvlinder (Notodonta tritophus).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
geelbruine tandvlinder
Notodonta torva
NOTODONTIDAE: Notodontinae
wilgentandvlinder
Notodonta tritophus
NOTODONTIDAE: Notodontinae
Half april-eind september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
Rups: juni-september. De rupsen worden vaak gevonden op jonge bomen op open plekken. De soort overwintert als pop in een losse cocon in de grond.
Wilg en (ratel)populier.
Bossen en struwelen; ook parken en tuinen.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Vrij algemeen in het hele land.
Van het Iberisch schiereiland en Marokko via heel Europa tot Siberië. Naar het zuiden via het Middellandse Zeegebied en Turkije tot de Zwarte Zee, de Kaukasus en de Kaspische Zee. Naar het noorden heel Scandinavië.
Kameeltje is reeds een lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'. Bij Ter Haar was dat nog kameeltjesvlinder.
De bizarre rupsvorm van deze soort opent de mogelijkheid om te verwijzen naar vele andere diersoorten zoals in dit geval naar een 'kameel'.
Notodonta: notos is de achterkant en odous, odostos is een tand; naar de dorsale schubbenpluimen op de voorvleugels die naar voren komen als de vleugels in rust zijn. Het is waarschijnlijk dat Ochsenheimer ook de bulten op de rupsrug van een aantal soorten in gedachten had.
ziczac: ziczac is een latinisering van het duitse zickzack is zigzag, naar het zigzag-profiel van de rups met bulten; de duidelijkheid daarvan hangt van de houding van de rups af.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
pluimspinner
Ptilophora plumigera
kleine hermelijnvlinder
Furcula furcula
kleine wapendrager
Clostera anachoreta
wilgentandvlinder
Notodonta tritophus
hermelijnvlinder
Cerura vinula
snuitvlinder
Pterostoma palpina