kleine blokspanner Pterapherapteryx sexalata

Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Larentiinae / Pterapherapteryx sexalata
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het hele land voor. RL: bedreigd.

Rode lijst
bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 9-12 mm. Een kleine, fijn gebandeerde grijs met witte spanner met een opvallende grijze middenband en een aantal dunne roestbruine bandjes op de brede voorvleugel. De middenband is bij de binnenrand van de vleugel lichter van kleur en heeft in het midden een kleine maar duidelijke zwarte stip die dicht tegen de binnenzijde van de band ligt. Zie de lichte blokspanner (Lobophora halterata) voor de beschrijving van de afwijkende achtervleugel.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de donkere ogentroostspanner (Perizoma bifaciata).

donkere ogentroostspanner
Perizoma bifaciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Gelijkende soorten rups

Gele agaatspanner (Gandaritis pyraliata), blauwrandspanner (Plemyria rubiginata) en lichte blokspanner (Lobophora halterata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

gele agaatspanner
Gandaritis pyraliata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

blauwrandspanner
Plemyria rubiginata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

lichte blokspanner
Lobophora halterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-eind augustus in één generatie; soms een kleine tweede generatie. De vlinders vliegen in de schemering rond wilgen en komen op licht.

Levenscyclus

Rups: augustus-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag of onder mos.

Waardplanten

Wilg.

Habitat

Vochtige loofbossen, struwelen en moerasachtige gebieden.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het hele land voor. RL: bedreigd.

België

In Vlaanderen vrij zeldzaam, maar wijdverbreid ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; zeldzamer in Oost-Vlaanderen en grotendeels ontbrekend in West-Vlaanderen. In Wallonië zeldzaam, maar wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.

Mondiaal

Van Spanje, via Frankrijk en de Britse eilanden en via Midden- en Oost-Europa tot Siberië; in het noorden tot in Noord-Scandinavië in het zuiden tot de zuidrand van de Alpen.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Small Seraphim
Duitse naam
Kleiner Lappenspanner
Franse naam
la Phalène à six ailes
Synoniemen
Mysticoptera sexalata, Lobophora sexalata, Pterapherapteryx sexalisata, Lobophora sexalisata, Mysticoptera sexalisata
Toelichting Nederlandse naam

De blokspanners hebben donkere aders en dwarslijnen die samen op de voorvleugels een blokkenpatroon vormen.
Van de blokspanners is dit ongetwijfeld de kleinste.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pterapherapteryx: pteron is vleugel, phero is dragen en opnieuw pteron is vleugel, dus een vleugeldragende vleugel; naar de lob aan de vleugel van het mannetje, dat zou de derde vleugel moeten zijn. Waarschijnlijk bedoelde Curtis de uitspraak ptera-phera-pteryx.
sexalata: sex is zes en ala is een vleugel; dus met zes vleugels, inclusief de lobben aan de achtervleugels van het mannetje.

Auteursnaam en jaartal
(Retzius, 1783)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

berkenwintervlinder
Operophtera fagata

meidoornspanner
Theria primaria

roestige stipspanner
Idaea inquinata

puntige zoomspanner
Epione repandaria

gewone spikkelspanner
Ectropis crepuscularia

witroze stipspanner
Scopula emutaria

alle soorten uit deze familie