mendicabeer Diaphora mendica

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in Zeeland; daarbuiten ook af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin april-begin juli in één generatie. De mannetjes zijn ´s nachts actief en komen op licht. Het vrouwtje is overdag actief, vliegt bij zonnig weer en kan ook kruipend in lage vegetatie worden aangetroffen.

Levenscyclus

Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Muslin Moth

Duitse naam

Grauer Fleckleibbär

Franse naam

la Mendiante , l'Écaille mendiante

Oud Nederlandse naam

grijze beer

Synoniemen

Cycnia mendica, Spilosoma mendica

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. De wetenschappelijke soortnaam mendica is in de Nederlandse naam opgenomen omdat deze soort onder die naam al bekend was in tuinbouwkringen.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Diaphora: diaphora is onderscheid, verschil; naar het opvallende grote verschil tussen het bruine mannetje en het witte vrouwtje.
mendica: mendicus is een bedelaar, een schooier, naar de grauwe bruine kleur van het mannetje.

Auteursnaam en jaartal

(Clerck, 1759)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 14-17 mm, ♀ 17-19 mm. Deze beervlinder is over het algemeen iets kleiner dan de Spilosoma-soorten. De voorvleugel is vrij breed en heeft een variabel patroon van zwarte stippen. Bij het mannetje kan de grondkleur variëren van licht grijsachtig bruin tot bruin; het achterlijf heeft dezelfde kleur. Het vrouwtje heeft witte, enigszins doorschijnende vleugels en een wit achterlijf.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam grijsachtig bruin, bekleed met geelachtig bruine haarborstels op kleine, donkere, verheven wratjes; soms met sporen van een bleke middenstreep overde rug; kop geelachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

De witte tijger (Spilosoma lubricipeda) heeft langere en smallere vleugels en een grotendeels geel achterlijf. Zie ook de gele tijger (Spilosoma lutea) en de sneeuwbeer (Spilosoma urticae).

Gelijkende soorten rups

Sneeuwbeer (Spilosoma urticae), gele tijger (Spilosoma lutea), kleine beer (Phragmatobia fuliginosa), roomvlek (Arctia villica), witte tijger (Spilosoma lubricipeda) en roodbandbeer (Diacrisia sannio).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Open bossen, graslanden, duinen, struwelen en tuinen.

Planten

Diverse kruidachtige planten, waaronder zuring, weegbree, paarse dovenetel en walstro.

Waardplant

Walstro
Galium

Dovenetel
Lamium

Weegbree
Plantago

Zuring
Rumex

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

Alle soorten uit deze familie