Algemeen. Komt in de kustprovincies en op diverse plaatsen in het binnenland voor. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Goed herkenbaar door de helder oranjegele voorvleugel en de onregelmatig gevormde roodbruine middenband. Er is weinig variatie.
Tot 19 mm; blauwachtig groen of geelachtig groen met gele banden tussen de segmenten; over het midden van de rug een donkergroene lengtestreep met aan weerszijden daarvan een lichte witachtige lengtestreep; soms aan weerszijden daarvan een rij duidelijke roodachtig bruine vlekjes; kop groen, aan de bovenkant licht ingesneden.
Gehoekte schimmelspanner (Dysstroma citrata), schimmelspanner (Dysstroma truncata), papegaaitje (Chloroclysta siterata) en kleine wortelhoutspanner (Electrophaes corylata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
papegaaitje
Chloroclysta siterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schimmelspanner
Dysstroma truncata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
kleine wortelhoutspanner
Electrophaes corylata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Eind mei-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering vaak in de buurt van de waardplant en komen op licht.
Rups: mei-juni. De rups verpopt zich in een losse cocon tussen de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Diverse soorten wilde en gekweekte roos.
Open loofbossen, duinen, ruige graslanden en struwelen; ook parken en tuinen in stedelijke omgeving.
Algemeen. Komt in de kustprovincies en op diverse plaatsen in het binnenland voor. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Beperkt tot de duinen (lokaal talrijk en toegenomen), het West-Vlaamse Heuvelland, het Antwerps havengebied en de Maasvallei. In Wallonië vrij algemeen en wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.
Van Spanje, Frankrijk en de Britse eilanden in het westen tot in het oosten de middenaziatische gebergten, het Amoergebied en Kamtsjatka; in het noorden tot Midden-Scandinavië, in het zuiden tot Italië, de Balkanlanden, Klein-Azië, de Kaukasus en het Kaspische gebied tot Pamir en Noord-India.
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
De hoofdkleur van deze bandspanner is oranjegeel en de brede dwarsband is bruinachtig.
Cidaria: Cidaria is een titel van Ceres, de god van de landbouw; dit is een uitleg van Treitschke zelf.
fulvata: Fulvus is tanig geel, de grondkleur van de vlinder.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
witvlakdwergspanner
Eupithecia succenturiata
bleke novemberspanner
Epirrita christyi
dubbelhoekbandspanner
Euphyia biangulata
dennenspanner
Bupalus piniaria
bruine oogspanner
Cyclophora quercimontaria
randstipspanner
Idaea sylvestraria