Vrij algemeen. Komt in bosachtige streken op de zandgronden en lokaal in de duinen voor. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Kenmerkend op de voorvleugel is de relatief smalle en onregelmatig gerande donkere middenband, die vlak bij de binnenrand van de vleugel vaak onderbroken is of in ieder geval heel dicht samengeknepen. Tussen de donkere middenband en de donkere vleugelwortel ligt een zone die in het midden lichtbruin is en langs de randen helder wit. Ook aan de andere zijde van de middenband heeft de voorvleugel een enigszins onregelmatig patroon van lichtbruine, donkerbruine en witte gedeelten.
Het grotere vrouwtje kan verward worden met de fraaie walstrospanner (Lampropteryx suffumata), die echter een duidelijk helderder en gelijkmatiger tekening heeft.
fraaie walstrospanner
Lampropteryx suffumata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Gehoekte schimmelspanner (Dysstroma citrata), schimmelspanner (Dysstroma truncata), papegaaitje (Chloroclysta siterata) en oranje bruinbandspanner (Cidaria fulvata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
gehoekte schimmelspanner
Dysstroma citrata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
oranje bruinbandspanner
Cidaria fulvata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schimmelspanner
Dysstroma truncata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
papegaaitje
Chloroclysta siterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Begin mei-half juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Ze kunnen overdag opgejaagd worden uit de struiken.
Rups: juni-oktober. De rupsen groeien langzaam. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Diverse loofbomen en struiken zoals els en sleedoorn. In Finland ook op berk, prunus, eik, lijsterbes en linde.
Vooral loofbossen, struwelen en andere struikachtige plaatsen; soms parken en tuinen.
Vrij algemeen. Komt in bosachtige streken op de zandgronden en lokaal in de duinen voor. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen vrij zeldzaam en wijdverbreid in de Kempen en delen van Vlaams-Brabant; minder algemeen in Oost-Vlaanderen en grotendeels ontbrekend in West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid en lokaal algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
Van Spanje, West- en Midden-Europa tot Japan; in het zuiden van Italië tot de Balkan en in het noorden tot Noord-Scandinavië.
Kleine wortelhoutspanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Deze spanner is kleiner dan Eulithis prunata, wortelhoutspanner.
Electrophaes: elektron is iets glimmends, amber, goud of zilver en phaos is licht, helderheid. Bedoeld wordt het glimmend geelbruine op de voorvleugel.
corylata: Corylus avellana, hazelaar. Een van de vele voedselplanten van deze soort.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kornoeljespanner
Asthena anseraria
witvlekbosrankspanner
Melanthia procellata
gele kustspanner
Aspitates ochrearia
witvlekspikkelspanner
Parectropis similaria
bruinbandspanner
Scotopteryx chenopodiata
geringde spikkelspanner
Cleora cinctaria