oranje dwergspanner Eupithecia icterata

Familie
spanners (GEOMETRIDAE)
Onderfamilie
Larentiinae / Eupithecia icterata
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden en in de duinen. RL: bedreigd.

Rode lijst
bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 11-13 mm. Deze dwergspanner is meestal goed te herkennen aan het grote oranje veld op de voorvleugel; dit is ook te zien als de vlinder enigszins afgevlogen is. De voorrand en de achterrand zijn grijsachtig bruin. Er is weinig variatie; soms komen exemplaren voor waarbij het oranje veld doorkruist wordt door golflijnen, waardoor de vlinder donkerder lijkt; bij die vorm valt een lichte golflijn meestal op.

Kenmerken rups

24-26 mm. Lijf grijsachtig bruin met donkerbruine blokjes op de rug en een witachtig grijze streep over het midden van de onderkant van de rups; ook bedekt met heel kleine bleke wratjes.

Gelijkende soorten rups

Grijze dwergspanner (Eupithecia subfuscata), witvlakdwergspanner (Eupithecia succenturiata), gewone dwergspanner (Eupithecia vulgata) en meldedwergspanner (Eupithecia simpliciata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn. Vergelijk daarnaast ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen en het habitat.

gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

grijze dwergspanner
Eupithecia subfuscata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

witvlakdwergspanner
Eupithecia succenturiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

meldedwergspanner
Eupithecia simpliciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae

Vliegtijd en gedrag

Half mei-begin oktober in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; ze bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid en vlinderstruik.

Levenscyclus

Rups: juli-november. De rups foerageert op de bloemen en zaden van de waardplant en verbergt zich overdag onder of tussen de bloemen. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Waardplanten

Vooral duizendblad; ook diverse andere kruidachtige planten zoals bijvoet en boerenwormkruid.

Habitat

Bossen, heiden, struwelen, graslanden en tuinen.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden en in de duinen. RL: bedreigd.

België

In Vlaanderen zeldzaam en achteruitgegaan. Grotendeels beperkt tot de oostelijke helft van Vlaanderen en de kuststreek. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid.

Mondiaal

Noord-Zuid: Midden-Scandinavië tot de Middellandse Zeelanden inclusief Klein-Azië. West-, Midden- en Oost-Europa tot Zuidwest-Siberië. In Scandinavië breidt het areaal uit (Skou 1986).

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Tawny Speckled Pug
Duitse naam
Schafgarben-Blütenspanner
Franse naam
l'Eupithécie frappée
Synoniemen
Eupithecia oxydata, Tephroclystia oxydata, Tephroclystia subfulvata, Eupithecia subfulvata
Toelichting Nederlandse naam

Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Bij veel vlinders van deze dwergspanner is een opvallende grote oranje vlek op de voorvleugels te zien.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Icterata: ikteros, icterus is een gele vogel waarvan gezegd werd dat hij geelzucht kon genezen, waarna de vogel stierf; geelzucht vanwege de taankleurige grondkleur van de voorvleugel.

Auteursnaam en jaartal
(De Villers, 1789)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

vroege dwergspanner
Eupithecia lanceata

gele oogspanner
Cyclophora linearia

zwartvlekspikkelspanner
Menophra abruptaria

kleine herculesspanner
Cepphis advenaria

gele kustspanner
Aspitates ochrearia

kalkbandspanner
Cataclysme riguata

alle soorten uit deze familie