Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit de kustprovincies. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Een tamelijk grote kaneelbruine dwergspanner met een vrij brede afgeronde voorvleugel. Op de voorvleugel bevinden zich een duidelijke, lichte brede dwarslijn en golflijn. De middenstip is klein en meestal goed zichtbaar. De vlinders variëren nauwelijks in tekening en kleur.
19-20 mm. Lijf gewoonlijk heldergroen maar ook wel bleekbruin, met onduidelijke donkerder rugtekening en helemaal bedekt met kleine grijswitte spikkels en lijntjes.
Zie de duizendbladdwergspanner (E. millefoliata).
duizendbladdwergspanner
Eupithecia millefoliata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Grijze dwergspanner (Eupithecia subfuscata), oranje dwergspanner (Eupithecia icterata), witvlakdwergspanner (Eupithecia succenturiata) en gewone dwergspanner (Eupithecia vulgata).
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn. Vergelijk daarnaast ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen en het habitat.
gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
grijze dwergspanner
Eupithecia subfuscata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
oranje dwergspanner
Eupithecia icterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
witvlakdwergspanner
Eupithecia succenturiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Half mei-begin september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; ze bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid. Overdag rusten ze tegen de onderkant van een blad of tegen een stengel.
Rups: juli-september. De rups leeft op de bloemen en de zaden van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Melde, ganzenvoet, zeealsem en bijvoet.
Schorren, kwelders en slikken, oevers van riviermonden en verwaarloosde, schaars begroeide grond in stedelijke omgeving.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit de kustprovincies. RL: bedreigd.
Zeer zeldzaam en achteruitgegaan. Recente waarnemingen uit West-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Namen en Luik.
Van het Iberisch Schiereiland en West-Europa via Midden- en Oost-Europa tot ver in Azië; in het noorden tot Midden-Scandinavië in het zuiden tot de noordelijke Middellandse Zee.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Ganzevoetsoorten waaronder melde, zijn de waardplanten van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Simpliciata: simplex, simplicis is eenvoudig, naar de lichte, eenvoudige tekening van de vlinder
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
zwartkamdwergspanner
Gymnoscelis rufifasciata
gewone heispanner
Ematurga atomaria
lariksdwergspanner
Eupithecia lariciata
jeneverbesspanner
Thera juniperata
walstrobandspanner
Epirrhoe galiata
kajatehoutspanner
Pelurga comitata