Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor.
Voorvleugellengte: 16-22 mm. Een wittige tandvlinder met op de voorvleugel een grove zwarte bestuiving en een brede grijze middenband, afgezet met dikke zwarte randen. De buitenrand van de middenband is meestal vloeiend, licht gebogen en bij de voorrand extra dik.
Tot 40 mm; lichaam vrij dik, versmald naar het achtereind, dat in twee lange staarten uitloopt; lichaam helder groen met een purperachtig bruine, zadelvormige vlek op de rugzijde van de segmenten vier tot elf en een schildvormige vlek op de rugzijde van de segmenten een en twee; segment twee met een zeer klein bultje op de rug; kop donker purperachtig bruin.
De berkenhermelijnvlinder (F. bicuspis) is witter, heeft een donkerder en onregelmatiger middenband en is contrastrijker getekend. De kleine hermelijnvlinder (F. furcula) is kleiner en heeft minder opvallende donkere randen langs de middenband; de buitenrand van de middenband is vaak enigszins getand.
berkenhermelijnvlinder
Furcula bicuspis
NOTODONTIDAE: Stauropinae
kleine hermelijnvlinder
Furcula furcula
NOTODONTIDAE: Stauropinae
Hermelijnvlinder (Cerura vinula), witte hermelijnvlinder (Cerura erminea), berkenhermelijnvlinder (Furcula bicuspis) en kleine hermelijnvlinder (Furcula furcula).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
hermelijnvlinder
Cerura vinula
NOTODONTIDAE: Stauropinae
berkenhermelijnvlinder
Furcula bicuspis
NOTODONTIDAE: Stauropinae
witte hermelijnvlinder
Cerura erminea
NOTODONTIDAE: Stauropinae
kleine hermelijnvlinder
Furcula furcula
NOTODONTIDAE: Stauropinae
Half april-eind augustus in twee generaties. De vlinders komen op licht.
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tegen de bast van de waardplant.
Vooral (ratel)populier, maar ook wilg.
Bosranden en vochtige bossen en ook populierenaanplanten.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor.
Zeldzaam, maar wijdverbreid in het hele land.
Van het Iberisch schiereiland en de Noord-Afrikaanse kustlanden via heel Europa, inclusief de Britse eilanden, tot Siberië (Bajkalmeer). In het zuiden het hele Middellandse Zeegebied tot Turkije en de Kaukasus. Het grootste deel van Scandinavië hoort ook bij het areaal, zelfs nog boven de poolcirkel.
Een van de waardplanten, niet de enige en waarschijnlijk ook niet de belangrijkste, van de wilgenhermelijnvlinder is de wilg.
Voor een toelichting op de relatie met het zoogdiertje hermelijn zie Cerura erminea.
Furcula: furcula is een vorkje, naar de twee anale aanhangsels van de rups.
bifida: bifidus is gespleten in twee delen, naar de anale sprieten van de rups.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
hermelijnvlinder
Cerura vinula
eikenprocessierups
Thaumetopoea processionea
berkenhermelijnvlinder
Furcula bicuspis
populierentandvlinder
Gluphisia crenata
witte hermelijnvlinder
Cerura erminea
eikentandvlinder
Peridea anceps