Zeldzaam. Komt lokaal voor in de zuidelijke helft van het land. RL: ernstig bedreigd.
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Een vrij grote, bruinachtig grijze dwergspanner. De voorvleugel is tamelijk spits en de voorrand is vrij recht tot vlak voor de vleugelpunt. Over de vleugel lopen vele enigszins golvende dwarslijntjes waarvan de lijn die vlak langs de middenstip loopt, met een scherpe hoek om deze middenstip heen slingert. In het zoomveld is een duidelijke witte golflijn aanwezig, die verdikt is bij de binnenrandhoek. De onderzijde van de vleugels is opvallend wit gebandeerd.
16-18 mm. Lijf bleekbruin, donkerder aan de voor- en achterkant en met donkerbruine v's op de rug, het duidelijkst op de middensegmenten.
De lariksdwergspanner (E. lariciata) is kleiner en heeft een bredere voorvleugel; op de bovenkant van het borststuk ligt een kleine witte vlek. De grijze dwergspanner (E. subfuscata) is kleiner en heeft een minder spitse vleugelpunt. De meldedwergspanner (E. simpliciata) is soms ook grijsachtig, maar heeft een bredere minder spitse voorvleugel en een duidelijke, lichte brede dwarslijn en golflijn.
grijze dwergspanner
Eupithecia subfuscata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
lariksdwergspanner
Eupithecia lariciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
meldedwergspanner
Eupithecia simpliciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Half juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen op licht.
Rups: augustus-november. De rups leeft op de bloemen en de zaden van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Duizendblad.
Open verwaarloosde grond in kustgebieden en in de duinen; ook wegbermen en ruige graslanden.
Zeldzaam. Komt lokaal voor in de zuidelijke helft van het land. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam in het hele land. Vroeger bekend uit alle provincies, maar gedocumenteerde, recente meldingen ontbreken.
Lokaal van West-Europa inclusief Engeland via Midden- en Oost-Europa tot in Siberië. Noord-Zuid: Zuid-Scandinavië en de Middellandse Zeelanden, oostelijk tot Klein-Azië.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Duizendblad is de (enige) waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Millefoliata: Achilea millefolium is gewoon duizendblad, de voedselplant van de rups.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
bruine vierbandspanner
Xanthorhoe spadicearia
wit spannertje
Asthena albulata
lariksdwergspanner
Eupithecia lariciata
v-dwergspanner
Chloroclystis v-ata
rouwrandspanner
Lycia zonaria
cipresdwergspanner
Eupithecia phoeniceata