kuifvlinder Cucullia verbasci

De kuifvlinder is een soort van de duinen, parken en tuinen en heeft toorts, helmkruid en vlinderstruik als waardplant.
Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Cuculliinae / Cucullia verbasci
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en verspreid op de zandgronden in het binnenland; elders slechts af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 19-24 mm. Deze uil houdt in rusthouding de vleugels dicht tegen het lichaam gedrukt en valt daardoor nauwelijks op tegen een dood stuk stengel. Net als bij de andere Cucullia-soorten is de halskraag behaard, waardoor de vlinder een kap op lijkt te hebben. De kleur van de voorvleugel bestaat uit diverse schakeringen bruin: langs de voorrand en de binnenrand donker roodachtig, soms bijna zwartachtig bruin en in de baan daartussen geelachtig bruin of licht strokleurig, soms met een grijze tint. Donkere exemplaren met erg brede donkerbruine vleugelranden zijn over het algemeen vrouwtjes. De franje langs de achterkant van de vleugels is geschulpt. De achtervleugel van het mannetje is grijsachtig wit met donkere aders en een onduidelijk begrensde donkere zoom; op de onderzijde bevindt zich een duidelijke middenvlek. De achtervleugel van het vrouwtje is zwartachtig grijs met soms een lichter wortelveld.

Kenmerken rups

Tot 50 mm; lichaam groenachtig wit tot bleek blauwachtig groen met over de rug een rij gele dwarsbanden, elk met een karakteristiek patroon van zwarte strepen en vlekken; eveneens zwarte vlekken onder de lijn van de spiracula; kop geel met zwarte vlekjes.

Gelijkende soorten vlinder

De helmkruidvlinder (C. scrophulariae) is op grond van vleugelkenmerken nauwelijks van de kuifvlinder te onderscheiden; vaak is de vlinder iets lichter van kleur en is de voorrand minder roodachtig bruin, maar meer bruin met een grijze tot zwartachtig grijze bestuiving. Bij de witte halvemaanvormige vlekken langs de binnenrand heeft de helmkruidvlinder twee witte veegjes die bij kuifvlinder minder duidelijk zijn. Zie ook de astermonnik (C. asteris).

helmkruidvlinder
Cucullia scrophulariae
NOCTUIDAE: Cuculliinae

astermonnik
Cucullia asteris
NOCTUIDAE: Cuculliinae

Gelijkende soorten rups

De rups van de kuifvlinder heeft twee vrijliggende, zwarte stippen in de gele dwarsband op het tweede en derde borstsegment.
De zwarte stippen zijn bij de helmkruidvlinder (Cucullia scrophulariae) groter en niet helemaal door geel omringd.
Zie voor uitgebreidere informatie het artikel Lastig duo: kuifvlinder en helmkruidvlinder.

helmkruidvlinder
Cucullia scrophulariae
NOCTUIDAE: Cuculliinae

Vliegtijd en gedrag

Eind april-begin juli in één generatie. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: mei-juli. De rups foerageert zowel ´s nachts als overdag, vooral op de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de grond (soms meerdere jaren).

Waardplanten

Toorts, helmkruid en vlinderstruik.

Habitat

Duinen en andere open zonnige plaatsen; soms parken en tuinen.

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en verspreid op de zandgronden in het binnenland; elders slechts af en toe een waarneming. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen aan de kust; zeer zeldzaam en slechts op een beperkt aantal vindplaatsen in het Vlaamse binnenland. In Wallonië wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas.

Mondiaal

Van Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije en Tunesië) dwars door bijna heel Europa voorkomend. Naar het noorden tot Midden-Engeland, Sleeswijk-Holstein, Zuid-Zweden en Letland (enkelingen in Denemarken en Zuid-Finland). In Azië is zeker voorkomen bekend tot West-Afganistan.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Mullein
Duitse naam
Königskerzen-Mönch
Franse naam
la Cucullie du bouillon-blanc
Oud Nederlandse naam
bruine monnik
Synoniemen
Shargacucullia verbasci
Toelichting Nederlandse naam

Kuifvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De parmantige kuif op de kop is kenmerkend voor deze soort en zijn naaste familie.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Cucullia: cucullus is een hoed, een monnikskap. Naar de opvallende monnikskapachtige haartooi op de torax. verbasci: Verbascum is het plantengeslacht toorts, dat van de voedselplanten van deze soort.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

wortelstreepgrasuil
Mythimna sicula

zeeuwse grasworteluil
Apamea oblonga

bleke stofuil
Athetis gluteosa

bleke grasuil
Mythimna pallens

populierenvoorjaarsuil
Orthosia populeti

hyena
Cosmia trapezina

alle soorten uit deze familie