bont halmuiltje Oligia versicolor

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Oligia versicolor
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Doordat met deze soort veel determinatiefouten worden gemaakt (vooral verwarring met het gelobd halmuiltje (O. strigilis) en het donker halmuiltje (O. latruncula)) is de verspreiding niet goed bekend; waarschijnlijk een zeldzame soort die vooral in Noordoost- en Zuidoost-Nederland voorkomt. RL: kwetsbaar.

Rode lijst
kwetsbaar

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 11-12 mm. Deze uil komt qua uiterlijk sterk overeen met de verwante soorten gelobd halmuiltje (O. strigilis) en donker halmuiltje (O. latruncula). Duidelijk getekende exemplaren met een heldere, lichte ringvlek en niervlek, die duidelijk contrasteren met de grondkleur van de vleugel, behoren meestal tot het bont halmuiltje (zie echter ook het donker halmuiltje). De voorvleugel heeft vaak een roodachtig bruine marmering en een brede grijsachtig witte band in het zoomveld. Deze band is min of meer gelobd aan de binnenzijde, echter doorgaans minder uitgesproken dan bij het gelobd halmuiltje; met name de lob vlak bij de binnenrand van de vleugel springt er minder uit dan bij het gelobd halmuiltje. De insnijdingen zijn doorgaans ook minder diep en minder duidelijk gemarkeerd als bij het gelobd halmuiltje. Kenmerkend voor het bont halmuiltje is de aanwezigheid van een duidelijk zichtbaar, om de niervlek naar de voorrand lopende, en in feite met de binnenzijde van de band in het zoomveld samenvallende buitenste dwarslijn. Op de bovenzijde van het borststuk zijn één of meer roodachtig bruine haarbosjes aanwezig. Bij onzekerheid is vergelijking met referentiemateriaal nodig. Bij blijvende twijfel kan alleen genitaliënonderzoek de gewenste zekerheid geven.

Gelijkende soorten vlinder

Zie het gelobd halmuiltje (O. strigilis) en het donker halmuiltje (O. latruncula), met name de diep roodachtig bruin getinte exemplaren.

Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen deze drie Oligia-soorten.
Zie ook het duinhalmuiltje (Litoligia literosa).

duinhalmuiltje
Litoligia literosa
NOCTUIDAE: Hadeninae

gelobd halmuiltje
Oligia strigilis
NOCTUIDAE: Hadeninae

donker halmuiltje
Oligia latruncula
NOCTUIDAE: Hadeninae

Gelijkende soorten rups

Gelobd halmuiltje (Oligia strigilis), oranjegeel halmuiltje (Oligia fasciuncula) en donker halmuiltje (Oligia latruncula).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

donker halmuiltje
Oligia latruncula
NOCTUIDAE: Hadeninae

gelobd halmuiltje
Oligia strigilis
NOCTUIDAE: Hadeninae

oranjegeel halmuiltje
Oligia fasciuncula
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Half mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en op smeer.

Levenscyclus

Rups: augustus-mei. De rups leeft in de halmen van de waardplant en verlaat deze alleen om van halm te wisselen. De soort overwintert als rups. De verpopping vindt plaats in een losse cocon tussen de wortels van de waardplant.

Waardplanten

Diverse grassen waaronder boskortsteel.

Habitat

Bossen, heiden en graslanden.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Doordat met deze soort veel determinatiefouten worden gemaakt (vooral verwarring met het gelobd halmuiltje (O. strigilis) en het donker halmuiltje (O. latruncula)) is de verspreiding niet goed bekend; waarschijnlijk een zeldzame soort die vooral in Noordoost- en Zuidoost-Nederland voorkomt. RL: kwetsbaar.

Belgiƫ

Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Status niet exact bekend wegens verwarring met gelijkende soorten. Vroeger bekend van een enkele locatie in West-Vlaanderen (Houthulst), en in die regio recent weer gemeld. In Wallonië lokaal vrij algemeen in Namen en Luxemburg, elders zeer zeldzaam.

Mondiaal

Europa, naar het noorden tot Zuid-Schotland, Noord-Denemarken, Zuid-Zweden en Estland. Naar het zuiden tot Centraal-Spanje, Zuid-Italië en Bulgarije. De kaukasus. In het zuiden zijn de areaalgrenzen nog niet goed bekend i.v.m. de sterk gelijkende O. latruncula.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Rufous Minor
Duitse naam
Buntes Halmeulchen
Franse naam
l'Oligie versicolore , la Procude versicolore
Synoniemen
Procus versicolor, Miana versicolor
Toelichting Nederlandse naam

De Oligia- en Mesoligia-soorten zijn samengevoegd onder de groepsnaam halmuiltje. De rupsjes van deze soorten brengen een groot deel van hun leven door in of op grashalmen.
Dit halmuiltjes is een bonte vlinder; lees ook maar bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Oligia: oligos is klein. Alle soorten binnen dit genus zijn klein.
versicolor: versicolor is met veranderende kleur, deels gekleurd. Waarschijnlijk is de laatste betekenis bedoeld. Er is een contrast tussen de duidelijk blekere ronde vlek en de donkere ondergrond en tussen het donkere basale gebied en het terminale gedeelte dat bleek is met een wijnkleurig rode bestuiving.

Auteursnaam en jaartal
(Borkhausen, 1792)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

geelbruine herfstuil
Agrochola macilenta

grauwe grasuil
Apamea remissa

absintmonnik
Cucullia absinthii

donker brandnetelkapje
Abrostola triplasia

spitsvleugelgrasuil
Mythimna straminea

geoogde w-uil
Lacanobia contigua

alle soorten uit deze familie