zandhalmuiltje Mesoligia furuncula

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Mesoligia furuncula
Groep
Nachtvlinder die zowel dagactief als nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze uil is slanker gebouwd dan de andere halmuiltjes en heeft een smallere voorvleugel. Hoewel de soort buitengewoon variabel is, vormt de opvallend rechte scheidingslijn tussen de binnenste en de buitenste vleugelhelft in de meeste gevallen een duidelijk zichtbaar kenmerk. Bij de meest karakteristieke vorm vertoont de voorvleugel in rust een opvallende en contrastrijke tweedeling tussen de donkerbruine binnenste vleugelhelft en de witachtige met lichtbruine buitenste helft. Bij andere vormen hebben beide vleugelhelften min of meer eenzelfde geel-, oranje- of bruinachtige kleur; ook bij deze exemplaren is de scheidingslijn meestal goed te zien. Soms hebben deze vormen een tamelijk contrastrijk uiterlijk door de duidelijk afstekende lichte ringvlek en/of niervlek en de witachtige dwarslijnen; soms is ook een korte donkere balk zichtbaar tussen de binnenste dwarslijn en de scheidingslijn in het midden van de voorvleugel. De vleugelzoom is meestal grauw van kleur en dan duidelijk donkerder dan het aangrenzende deel van het zoomveld. Bij andere vormen is de tekening vaag of nagenoeg afwezig, waardoor deze vlinders een tamelijk gelijkmatig uiterlijk hebben.

Kenmerken rups

Tot 20 mm; lichaam dik in het midden en naar de uiteinden versmald; kleur helder geel tot dof geelachtig wit, soms met een roodachtige middenstreep over de rug; nekschild op segment één klein, roodachtig bruin; spiracula zeer klein en zwart; kop klein roodachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

Het duinhalmuiltje (Litoligia literosa) is groter met een meer rozeachtig bruine kleur en heeft een minder opvallende tweedeling tussen de binnenste en de buitenste vleugelhelft; de vleugelzoom is niet verdonkerd. Zie ook het oranjegeel halmuiltje (Oligia fasciuncula).
Lichte exemplaren kunnen worden verward met de zeggeboorder (Denticucullus pygmina); deze is echter steviger gebouwd en heeft vaak een zwarte lengtestreep op de voorvleugel. Zie ook de bochtige smele-uil (Photedes minima).

Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen Oligia fasciuncula, Mesoligia furuncula en Litoligia literosa.

duinhalmuiltje
Litoligia literosa
NOCTUIDAE: Hadeninae

bochtige smele-uil
Photedes minima
NOCTUIDAE: Hadeninae

zeggeboorder
Denticucullus pygmina
NOCTUIDAE: Hadeninae

oranjegeel halmuiltje
Oligia fasciuncula
NOCTUIDAE: Hadeninae

Gelijkende soorten rups

Vale duinrietboorder (Photedes extrema), bochtige smele-uil (Photedes minima), zandhaverboorder (Longalatedes elymi), gele duinrietboorder (Photedes fluxa), zeggeboorder (Denticucullus pygmina), russenuil (Coenobia rufa) en herfst-rietboorder (Rhizedra lutosa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

zandhaverboorder
Longalatedes elymi
NOCTUIDAE: Hadeninae

bochtige smele-uil
Photedes minima
NOCTUIDAE: Hadeninae

zeggeboorder
Denticucullus pygmina
NOCTUIDAE: Hadeninae

vale duinrietboorder
Photedes extrema
NOCTUIDAE: Hadeninae

gele duinrietboorder
Photedes fluxa
NOCTUIDAE: Hadeninae

herfst-rietboorder
Rhizedra lutosa
NOCTUIDAE: Hadeninae

russenuil
Coenobia rufa
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Eind juni-half september in één generatie; meldingen eerder in het jaar berusten waarschijnlijk op een foute determinatie of het per ongeluk verwisselen van namen (dit betreft verwisseling met Oligia fasciuncula). De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid. De mannetjes vliegen overdag laag over de grond, vooral rond zonsondergang.

Levenscyclus

Rups: september-juni. De rups leeft in de halmen van de waardplant en overwintert daarin. De rups verpopt zich in een zelfgemaakte holte onder in een stengel van de waardplant.

Waardplanten

Diverse grassen, waaronder ruwe smele, ruig schapengras, zinkschapengras en glanshaver.

Habitat

Open graslanden met een korte vegetatie, vooral in de duinen en op kalkgrond; ook tuinen.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen in het hele land.

Mondiaal

Noordwest-Afrika (Marokko), Europa (naar het noorden tot Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Zuid-Finland) en dwars door het gematigde Azië tot Japan.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Cloaked Minor
Duitse naam
Trockenrasen-Halmeulchen
Franse naam
la Furoncule
Synoniemen
Miana furuncula, Luperina furuncula, Procus furuncula, Apamea furuncula, Mesoligia bicoloria, Miana bicoloria, Hadena bicoloria, Oligia bicoloria, Procus bicoloria
Toelichting Nederlandse naam

zandhalmuiltje
De Oligia- en de Mesoligia-soorten zijn voor de Nederlandse naamgeving samengevoegd onder de groepsnaam 'halmuiltje'. De rupsjes van deze soorten brengen een groot deel van hun leven door in of op grashalmen.
Een brede kuststrook en zandgronden in het binnenland zijn de plaatsen waar dit uiltje veel wordt gezien.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Mesoligia: me- is niet en de s is slechts een verbindingsletter. Dus: lijkt veel op een Oligia, maar net iets anders.
furuncula: fur is een dief en -uncula is een verkleining. Een diefje dus. Zie voor de relatie Denis en Schiffermüller en diefstal bij O. latruncula, bij M. furuncula en bij B. raptricula.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

harige voorjaarsuil
Brachionycha nubeculosa

variabele herfstuil
Agrochola lychnidis

grote piramidevlinder
Amphipyra perflua

geelbruine houtuil
Lithophane socia

zwartpuntvolgeling
Noctua orbona

zuidelijk eikenuiltje
Dryobota labecula

alle soorten uit deze familie