Zeldzaam. Wordt op slechts enkele plaatsen verspreid over het land gezien, vooral in Zuid-Limburg. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 17-21 mm. Deze Ennomos-soort onderscheidt zich over het algemeen door de lila-achtig grijze of grijsbruine zweem tussen de buitenste dwarslijn en de achterrand. De lijnen op de voorvleugel variëren enigszins van vorm. Zwarte spikkeling ontbreekt.
Tot 40 mm; slank, geelachtig groen met geelachtige ringen tussen de segmenten; soms met roodachtig bruine tekening op rug en flanken; op de rugzijde van de segmenten vijf, zes, acht en elf kleine uitwassen. Het groen van de jonge rupsjes is veel donkerder.
De gehakkelde spanner (E. erosaria) mist de lila-achtige zweem bij de achterrand. Zie ook de iepentakvlinder (E. autumnaria), het geelblad (E. quercinaria) en de geelschouderspanner (E. alniaria).
geelschouderspanner
Ennomos alniaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
geelblad
Ennomos quercinaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
gehakkelde spanner
Ennomos erosaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
iepentakvlinder
Ennomos autumnaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
De jonge rups van de essenspanner lijkt op rupsen van de bessentakvlinder (Eulithis mellinata), op rupsen van het geel spannertje (Hydrelia flammeolaria) en op jonge rupsen van het geelblad (Ennomos quercinaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
bessentakvlinder
Eulithis mellinata
GEOMETRIDAE: Ennominae
geel spannertje
Hydrelia flammeolaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
geelblad
Ennomos quercinaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Eind juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen op licht; verder worden ze zelden gezien.
Rups: mei-juli. De rups verpopt zich tussen aaneengesponnen bladeren van de waardplant. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Vooral gewone es; mogelijk ook liguster en andere struiken.
Vooral bossen en struwelen.
Zeldzaam. Wordt op slechts enkele plaatsen verspreid over het land gezien, vooral in Zuid-Limburg. RL: bedreigd.
Zeldzaam in Vlaanderen. Wijdverbreid in West-Vlaanderen en de zuidelijke helft van Oost-Vlaanderen. Enkele vindplaatsen in Limburg (Haspengouw en Voeren). In Wallonië zeer zeldzaam en recent enkel waargenomen in Henegouwen en Luik.
Verspreiding als bij alniaria maar nu ook in Noord-Afrika (ssp. algeriensis Prout, 1929) en niet op de Balkan; in het noorden tot Zuid-Scandinavië.
De es is de belangrijkste waardplant van deze spannersoort.
Ennomos: ennomos is wettelijk, binnen de wet en door Treitschke vertaald met 'rechtmässig', legaal; hij beschouwde dit genus als de omvatter van de echte Geometriden terwijl dan de andere genera de mindere spanners (buiten de wet) bevatten.
fuscantaria: fuscus is donker worden, naar het purper-bestoven deel van het subterminale gebied van de voorvleugel.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
lindeknotsvlinder
Plagodis dolabraria
geveerde walstrospanner
Nebula salicata
kleine herculesspanner
Cepphis advenaria
schijn-sparspanner
Thera britannica
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata