Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 14-17 mm. De combinatie van de golvende dwarslijnen, de geblokte franje en het uitsteeksel aan de achtervleugel is kenmerkend.
Tot 23 mm; lang en dun; lichaamsoppervlak ruw, geelachtig groen en getooid met roodachtig bruine, V-vormige tekeningen over de rug; het eerste segment van de thorax draagt een paar uitsteeksels gelijk aan die van de diepingesneden kop. Er is ook een bruine vorm met witte tekening op de rug.
De geblokte zomervlinder (Thalera fimbrialis) heeft twee uitsteeksels aan de achtervleugel.
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de beide soorten.
geblokte zomervlinder
Thalera fimbrialis
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata), geblokte zomervlinder (Thalera fimbrialis), melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia), tere zomervlinder (Hemistola chrysoprasaria) en spaansgroene zomervlinder (Jodis putata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
spaansgroene zomervlinder
Jodis putata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
tere zomervlinder
Hemistola chrysoprasaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
melkwitte zomervlinder
Jodis lactearia
GEOMETRIDAE: Geometrinae
smaragdgroene zomervlinder
Chlorissa viridata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
geblokte zomervlinder
Thalera fimbrialis
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Half mei-begin augustus in één generatie; soms een zeer partiële tweede generatie in september. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen meestal in kleine aantallen op licht. In het donker bezoeken ze bloemen zoals die van wilde liguster en akkerdistel.
Rups: juni-eind mei. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich tussen de bladeren van de waardplant.
Diverse loofbomen en struiken, waaronder walnoot. In Finland ook op ribes en lijsterbes.
Bossen en struwelen op heiden of graslanden; ook parken en tuinen.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land.
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden via de gematigde (Aziatische) zone tot Japan en Noord-Amerika. In het noorden de kusten van Zuid-Scandinavië. In Finland beschouwd als soort die zich uitbreidt (Kaisila 1962). In het zuiden het Middellandse Zeegebied en Klein-Azië tot Iran.
Kleine zomervlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw). Deze soort is echter zeker niet de kleinste zomervlinder.
Hemithea: Hemitheos is een halfgod.
aestivaria: aestivus is behorend tot de zomer. Verwijzend naar de vliegtijd. Mogelijk ook betrekking hebbend op de groen kleur van de vleugels, de kleur van de zomer.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
geveerde walstrospanner
Nebula salicata
bosspanner
Scopula immutata
heidedwergspanner
Eupithecia satyrata
zomerbremspanner
Chesias rufata
gerande spanner
Lomaspilis marginata
wilgendwergspanner
Eupithecia tenuiata