Zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Een spanner met een blauwgroene kleur, die vooral bij verse vlinders goed opvalt. Deze kleur kan in de loop van de vliegtijd verbleken tot bijna wit; de vloeiend gebogen witte dwarslijnen blijven altijd zichtbaar.
Tot 25 mm; huid korrelig; lichaam groen met kleine witte spikkeltjes; een stijve huidplooi loopt als een kiel over beide flanken; het eerste segment van de thorax draagt twee fijne bruine punten gelijk aan die van de diep ingesneden kop, maar wat langer; kop purperachtig bruin. De overwinterende rupsen zijn bruin, maar worden bij het uitlopen van de bladeren in het voorjaar groen.
Bij de appeltak (Campaea margaritaria) zijn de witte dwarslijnen op de voorvleugel aan één kant afgezet met een geelgroene lijn en in de enigszins haakvormige vleugelpunt bevindt zich een rood vlekje.
appeltak
Campaea margaritaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata), geblokte zomervlinder (Thalera fimbrialis), melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia), spaansgroene zomervlinder (Jodis putata) en kleine zomervlinder (Hemithea aestivaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
geblokte zomervlinder
Thalera fimbrialis
GEOMETRIDAE: Geometrinae
smaragdgroene zomervlinder
Chlorissa viridata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
melkwitte zomervlinder
Jodis lactearia
GEOMETRIDAE: Geometrinae
spaansgroene zomervlinder
Jodis putata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
kleine zomervlinder
Hemithea aestivaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Begin mei-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen in kleine aantallen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich daar ook.
Bosrank en gekweekte clematissoorten.
Struwelen met bosrank, open bossen en tuinen.
Zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam en lokaal aan de Westkust en in de Leemstreek van de Vlaamse Ardennen tot Zuid-Oost-Limburg. Daarbuiten zeer zeldzaam. In Wallonië wijdverbreid en lokaal algemeen.
Noord-Afrika, het Iberisch Schiereiland en nagenoeg heel Europa. In het noorden alleen in Denemarken en Zweden. Via de Baltische staten en Rusland tot Oost-Siberië. Daar wordt de begrenzing onduidelijk vanwege verwante soorten. In het zuiden van het westen van het Iberisch Schiereiland en de Balkan tot Klein-Azië en Noord-Iran.
De zomervlinders vliegen in de zomermaanden. De tere zomervlinder heeft een heel bijzondere tere groene kleur.
Hemistola: hemi is half en stole is kledingstuk, gewaad. Dit wijst naar de dunne schubbenlaag op de vleugels; ze lijken bijna doorzichtig.
chrysoprasaria: khrusos is goud en prasius, prasinus is het groen van look. Dit wijst op het bijzondere groen van de vleugels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
vals witje
Siona lineata
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
zwartstipspanner
Scopula nigropunctata
grijze bosrankspanner
Horisme aquata
herfstbremspanner
Chesias legatella
varenspanner
Petrophora chlorosata