Vrij zeldzaam. Komt voor op zandgronden verspreid over het land; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 15-16 mm. De twee puntige uitsteeksels aan de achtervleugel, die in feite veroorzaakt worden door een soort hap uit de vleugel, zijn kenmerkend. Verder heeft deze soort een geblokte franje en is de voorrand van de voorvleugel goudkleurig.
Zie de kleine zomervlinder (Hemithea aestivaria).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de beide soorten.
kleine zomervlinder
Hemithea aestivaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata), melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia), tere zomervlinder (Hemistola chrysoprasaria), spaansgroene zomervlinder (Jodis putata) en kleine zomervlinder (Hemithea aestivaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
spaansgroene zomervlinder
Jodis putata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
tere zomervlinder
Hemistola chrysoprasaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
kleine zomervlinder
Hemithea aestivaria
GEOMETRIDAE: Geometrinae
melkwitte zomervlinder
Jodis lactearia
GEOMETRIDAE: Geometrinae
smaragdgroene zomervlinder
Chlorissa viridata
GEOMETRIDAE: Geometrinae
Half juni-begin augustus in één generatie. De vlinders zijn vooral actief in de schemering en bij zonsopkomst en komen op licht. Ze rusten diep weggescholen tussen de planten.
Rups: eind augustus-juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups op de grond tussen de heideplantjes en verpopt zich in een spinsel aan levende heidetakken of in de strooisellaag.
Diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder struikhei, dophei, braam en tormentil.
Heiden en (kalk)graslanden.
Vrij zeldzaam. Komt voor op zandgronden verspreid over het land; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Zeldzaam, maar wijdverbreid in de Kempen. Zeer zeldzaam in de rest van Vlaanderen. In Wallonië zeldzaam, maar gekend uit alle Waalse provincies.
Van het Iberisch Schiereiland via heel Europa en de gematigde (Aziatische) zone tot het Amoergebied. In Mongolië en Siberië de soorten T. chlorosaria (Graeser,1890) en T. lacerataria (Graeser, 1888). In het noorden tot Zuid-Scandinavië, in het zuiden het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië tot Kazachstan, Oezbekistan, Kirgisië en Tadzjikistan. Ook meldingen uit Iran en Kopet Dag.
De zomervlinders vliegen in de zomermaanden. Deze zomervlinder heeft een kenmerkende geblokte achterrand aan de vleugels.
Thalera: thaleros is jeugdig, fris. Vanwege de vleugelkleur die aan het jeugdige voorjaar doet denken.
fimbrialis: fimbriae is een franje, verwijzend naar de roodgeblokte rand aan de vleugels.
Nemoria fimbrialis
Hemithea bupleuraria Denis & Schiffermüller, 1775
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
tweelingbosrankspanner
Horisme radicaria
eikentak
Gerinia honoraria
Struikheidedwergspanner
Eupithecia goossensiata
moerasstipspanner
Scopula corrivalaria
cipresspanner
Thera cupressata
lindeherculesje
Selenia lunularia