Een dwaalgast die vier keer in Nederland is waargenomen. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in de Ardennen en in de Eifel.
Voorvleugellengte: 19-23 mm. De vleugels zijn donkerbruin en hebben langs de achterrand een oranje band met daarin enkele zwarte oogvlekken; de meeste oogvlekken zijn witgekernd. De bovenkant van de vleugels is vrijwel gelijk aan de onderkant. Op de onderkant van de achtervleugel bevinden zich geen banden. De franje is niet geblokt.
Zie de zomererebia en de boserebia.
boserebia
Erebia ligea
NYMPHALIDAE: Satyrinae
zomererebia
Erebia aethiops
NYMPHALIDAE: Satyrinae
Half mei-eind juni in één generatie.
De soort overwintert als halfvolgroeide rups.
Waardplanten zijn diverse grassen, zoals rood zwenkgras, bergdravik en schapengras.
Vooral schrale droge (kalk)graslanden.
Een dwaalgast die vier keer in Nederland is waargenomen. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in de Ardennen en in de Eifel.
In de literatuur staat de voorjaarserebia te boek als honkvast.
De voorjaarserebia komt voor in een beperkt deel van Midden-Europa. De dichtstbijzijnde populaties leven in de Eifel en de Belgische Ardennen, waar de soort niet zeldzaam is, maar wel achteruit gaat.
Van Midden-Europa (Centraal-Frankrijk) naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië. Naar het noorden tot de Oostzeekust en naar het zuiden tot de noordelijke Balkan en (geïsoleerd) in Noord-Italië. Niet in West-Europa, op de Britse eilanden en het verdere Middellandse Zeegebied; ook niet in Scandinavië. (In het noorden wordt E. medusa vervangen door E. polaris).
Erebia: erebus is de donkere afscheiding tussen de aarde en Hades, de onderwereld; vanwege het donkere uiterlijk van de vlinders.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
oranje zandoogje
Pyronia tithonus
bosparelmoervlinder
Melitaea athalia
veldparelmoervlinder
Melitaea cinxia
koevinkje
Aphantopus hyperantus
argusvlinder
Lasiommata megera
monarchvlinder
Danaus plexippus