zomererebia Erebia aethiops

Familie
aurelia's (NYMPHALIDAE)
Onderfamilie
Satyrinae / Erebia aethiops
Groep
Dagvlinder
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Van deze soort is slechts één slecht gedocumenteerde waarneming bekend uit het begin van de twintigste eeuw.

Rode lijst

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 19-24 mm. De bovenkant van de vleugels is donkerbruin met langs de achterrand een oranje band met daarin drie tot vier witgekernde zwarte oogvlekken. Op de onderkant van de achtervleugel bevinden zich drie kleine witte punten in een band, die bij het mannetje donkergrijs en bij het vrouwtje geel of witachtig bruin is. De franje is bij de mannetjes niet en bij de vrouwtjes wel geblokt; dit laatste is echter weinig opvallend.

Gelijkende soorten vlinder

De voorjaarserebia heeft geen band op de onderkant van de achtervleugel. Zie ook de boserebia.

boserebia
Erebia ligea
NYMPHALIDAE: Satyrinae

voorjaarserebia
Erebia medusa
NYMPHALIDAE: Satyrinae

Vliegtijd en gedrag

Eind juli-begin september in één generatie.

Levenscyclus

De soort overwintert als rups.

Waardplanten

Waardplanten zijn diverse grassen.

Habitat

Schrale graslanden en ruigten bij bosranden en matig vochtige graslanden met bomen en struiken.

Zeldzaamheid

Van deze soort is slechts één slecht gedocumenteerde waarneming bekend uit het begin van de twintigste eeuw.

Mobiliteit

Volgens de literatuur is de zomererebia een honkvaste soort.

Europa

De zomererebia komt voor van Polen tot Midden-Frankrijk, de Balkan en oostwaarts tot de Oeral. In Schotland leeft een geïsoleerde populatie. De dichtstbijzijnde populaties vliegen in zeer klein aantal in de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel.

Mondiaal

Van Midden-Europa (Oost-Frankrijk) naar het oosten via de gematigde zone tot Siberië. Naar het noorden tot de Baltische staten en naar het zuiden tot de Balkan, het Iberisch schiereiland en het Middellandse Zeegebied. Naast deze gebieden ook nog geïsoleerd voorkomen in Frankrijk en in het noorden van de Britse eilanden.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - 2015
Engelse naam
Scotch Argus, Northern Brown
Duitse naam
Hundsgrasfalter, Waldteufel, Graubindiger Mohrenfalter
Franse naam
Le Grand Nègre, Moiré sylvicole
Oud Nederlandse naam
moorvlinder
Toelichting wetenschappelijke naam

Erebia: erebus is de donkere afscheiding tussen de aarde en Hades, de onderwereld; vanwege het donkere uiterlijk van de vlinders.
aethiops: Aethiops is een Ethiopiër, vanwege de donkere kleur.

Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1777)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie aurelia's (NYMPHALIDAE)

grote parelmoervlinder
Speyeria aglaja

gehakkelde aurelia
Polygonia c-album

grote ijsvogelvlinder
Limenitis populi

grote vos
Nymphalis polychloros

duinparelmoervlinder
Fabriciana niobe

bosparelmoervlinder
Melitaea athalia

alle soorten uit deze familie