Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 17-19 mm. Een zeer variabele soort met verschillende kleurvormen. De voorrand van de tamelijk brede voorvleugel is vooral bij de vleugelpunt gebogen. De lichte golflijn is onregelmatig getand en heeft in het midden een duidelijke W. In de meeste gevallen is het middenveld donkerder gekleurd dan het wortelveld en het zoomveld; de ringvlek en de niervlek zijn lichter dan de ondergrond en gedeeltelijk donker omrand. De kleur van de voorvleugel varieert van bruinachtig grijs met een warmbruine marmering en een onopvallende of juist een uitgesproken tekening tot grijsachtig bruin met een patroon van vrij grote opvallende zandkleurige vlekken. Bij contrastrijk getekende exemplaren is een zwarte balk zichtbaar tussen de centrale dwarslijnen en zijn in het wortelveld doorgaans twee zwarte strepen zichtbaar.
De brede-w-uil (Lacanobia w-latinum) is grijzer en heeft behaarde ogen; de w-uil (Lacanobia thalassina) heeft een wittere W in de golflijn en eveneens behaarde ogen. Zie ook de tandjesuil (Sideridis turbida), de adusta-uil (Mniotype adusta), de zeeuwse grasworteluil (A. oblonga), de schapengrasuil (A. furva), de veldgrasuil (A. anceps) en de kweekgrasuil (A. sordens).
zeeuwse grasworteluil
Apamea oblonga
NOCTUIDAE: Hadeninae
adusta-uil
Mniotype adusta
NOCTUIDAE: Hadeninae
brede-w-uil
Lacanobia w-latinum
NOCTUIDAE: Hadeninae
w-uil
Lacanobia thalassina
NOCTUIDAE: Hadeninae
veldgrasuil
Apamea anceps
NOCTUIDAE: Hadeninae
tandjesuil
Sideridis turbida
NOCTUIDAE: Hadeninae
kweekgrasuil
Apamea sordens
NOCTUIDAE: Hadeninae
schapengrasuil
Apamea furva
NOCTUIDAE: Hadeninae
Pijpenstro-uil (Apamea aquila), variabale grasuil (Apamea crenata), rietgrasuil (Apamea unanimus), veldgrasuil (Apamea anceps), kweekgrasuil (Apamea sordens), bonte grasuil (Cerapteryx graminis), donkere grasuil (Tholera cespitis) en gelijnde grasuil (Tholera decimalis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
bonte grasuil
Cerapteryx graminis
NOCTUIDAE: Hadeninae
donkere grasuil
Tholera cespitis
NOCTUIDAE: Hadeninae
gelijnde grasuil
Tholera decimalis
NOCTUIDAE: Hadeninae
veldgrasuil
Apamea anceps
NOCTUIDAE: Hadeninae
variabele grasuil
Apamea crenata
NOCTUIDAE: Hadeninae
rietgrasuil
Apamea unanimis
NOCTUIDAE: Hadeninae
kweekgrasuil
Apamea sordens
NOCTUIDAE: Hadeninae
pijpenstro-uil
Apamea aquila
NOCTUIDAE: Hadeninae
Half mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
Rups: augustus-april. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond; jonge rupsen foerageren ook overdag. De soort overwintert als rups en verpopt zich in de grond.
Diverse grassen, waaronder rietgras, pijpenstrootje en kweek.
Graslanden, natte weiden, struwelen en open bossen; ook tuinen.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Vrij algemeen in het hele land.
Europa en Azië naar het oosten tot Japan. Naar het noorden tot de poolcirkel en naar het zuiden Noord-Spanje, Sardinië, Midden-Italië, Noord-Griekenland, de Zwarte Zee en de Kaukasus.
Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
Het uiterlijk van de vlinder is nogal grauw en in de Engelse soortnaam is dusky verwerkt.
Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.
remissa: remissus is teruggestuurd, losjes, vrolijk. Er is geen bevredigende verklaring voor deze naam, mogelijk zit er helemaal niets enthomologisch achter en betekent het iets als: door Hübner teruggestuurd aan een van zijn correspondenten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
panteruiltje
Acontia trabealis
randvlekuil
Charanyca ferruginea
windeweeskind
Aedia leucomelas
gevlekte winteruil
Conistra rubiginea
witkraagrietboorder
Archanara neurica
iepengouduil
Xanthia gilvago