Zeer algemeen. Komt voor op de zandgronden en in de duinen. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Een overwegend grijsbruine spanner. Kenmerkend zijn de oranjebruine buitenste dwarsband op zowel de voor- als de achtervleugel, de zeer geringe uitholling in de voorste helft van de achterrand van de voorvleugel en de enigszins gepunte achtervleugel. Donkere vormen met een oranjebruine band komen voor.
Zie de lariksspanner (M. signaria).
lariksspanner
Macaria signaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Hoekbanddennenspanner (Pennithera firmata), sparspanner (Thera variata), schijn-sparspanner (Thera britannica), naaldboomspanner (Thera obeliscata), jeneverbesspanner (Thera juniperata), streepjesdwergspanner (Eupithecia intricata), lariksdwergspanner (Eupithecia lariciata), dennenspanner (Bupalus piniaria), dennenbandspanner (Pungeleria capreolaria) en lariksspanner (Macaria signaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
schijn-sparspanner
Thera britannica
GEOMETRIDAE: Ennominae
sparspanner
Thera variata
GEOMETRIDAE: Ennominae
naaldboomspanner
Thera obeliscata
GEOMETRIDAE: Ennominae
hoekbanddennenspanner
Pennithera firmata
GEOMETRIDAE: Ennominae
jeneverbesspanner
Thera juniperata
GEOMETRIDAE: Ennominae
streepjesdwergspanner
Eupithecia intricata
GEOMETRIDAE: Ennominae
lariksdwergspanner
Eupithecia lariciata
GEOMETRIDAE: Ennominae
lariksspanner
Macaria signaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
dennenspanner
Bupalus piniaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
dennenbandspanner
Pungeleria capreolaria
GEOMETRIDAE: Ennominae
Begin mei-begin september in twee generaties. De vlinders worden soms aangetroffen op bladeren van hazelaar of andere planten in de ondergroei. Ze zijn gemakkelijk te verstoren door aan takken van naaldbomen te schudden en komen goed op licht.
Rups: juni-begin oktober. De soort overwintert als pop tussen afgevallen naalden of in de grond.
Diverse naaldbomen, zoals grove den, fijnspar en Europese lork.
Naaldbossen en andere plaatsen met naaldbomen, ook in stedelijke omgeving.
Zeer algemeen. Komt voor op de zandgronden en in de duinen. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
De nominaatvorm van de Britse eilanden tot Siberië; in het zuiden van het westelijke Middellandse Zeegebied via Italië, de Balkan en de Zwarte Zee tot de Kaukasus in het noorden tot boven de poolcirkel. In Oost-Azië ssp. pressaria (Christoph, 1893).
Gerimpelde spanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
liturata: litura is een smet, een smerige vlek, vanwege de subterminale band die in kleur afwijkt.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
meidoornspanner
Theria primaria
zuringspanner
Lythria cruentaria
kleine blokspanner
Pterapherapteryx sexalata
geveerde walstrospanner
Nebula salicata
schildstipspanner
Idaea biselata
esdoorndwergspanner
Eupithecia inturbata