Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 13-17 mm. Varieert sterk in grondkleur: van zandkleurig via diverse grijsachtig bruine tinten tot bijna zwart. De eveneens in kleur variërende middenband is roodachtig bruin, donkerbruin of grijsachtig bruin. De vrij regelmatig gevormde middenband is breed bij de voorrand en loopt richting de binnenrand smal toe; halverwege de binnenrand bevindt zich een kleine stompe hoek naar binnen. Het vrouwtje is over het algemeen iets groter dan het mannetje.
Zie de hoekbanddennenspanner (P. firmata), de schijn-sparspanner (T. britannica) en de sparspanner (T. variata).
Bekijk de gedetailleerde verschillen in vleugeltekening en antennen met illustraties tussen T. obeliscata, T. britannica, T. variata en T. juniperata.
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen T. obeliscata en P. firmata.
hoekbanddennenspanner
Pennithera firmata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schijn-sparspanner
Thera britannica
GEOMETRIDAE: Larentiinae
sparspanner
Thera variata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Hoekbanddennenspanner (Pennithera firmata), sparspanner (Thera variata), schijn-sparspanner (Thera britannica), jeneverbesspanner (Thera juniperata), streepjesdwergspanner (Eupithecia intricata), lariksdwergspanner (Eupithecia lariciata), dennenspanner (Bupalus piniaria), dennenbandspanner (Pungeleria capreolaria), lariksspanner (Macaria signaria) en gerimpelde spanner (Macaria liturata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
schijn-sparspanner
Thera britannica
GEOMETRIDAE: Larentiinae
sparspanner
Thera variata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
hoekbanddennenspanner
Pennithera firmata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
jeneverbesspanner
Thera juniperata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
streepjesdwergspanner
Eupithecia intricata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
lariksdwergspanner
Eupithecia lariciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
lariksspanner
Macaria signaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
gerimpelde spanner
Macaria liturata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
dennenspanner
Bupalus piniaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
dennenbandspanner
Pungeleria capreolaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Eind april-half oktober in twee generaties. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen van stammen en takken van de waardplant en komen goed op licht.
Rups: september-juni en juli-augustus. De soort overwintert als rups en verpopt zich tussen de naalden van de waardplant of in de strooisellaag eronder.
Diverse naaldbomen. In Finland o.a. grove den, fijnspar en jeneverbes.
Naaldbossen en andere plaatsen met naaldbomen zoals parken en tuinen.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land. Lokaal talrijk.
Van het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts tot Siberië; in het noorden tot de Noordkaap, in het zuiden: Italië, de Balkan tot de Kaukasus.
Naaldbomen zijn de waardplanten van deze spanner.
Thera:Thera is een eiland in de Egeïsche Zee; verdere uitleg is niet te geven.
obeliscata: obeliskos is een speer, een puntig stuk gereedschap. De mediane band heeft een scherpe uitstulping richting de achterrand.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
brummelspanner
Mesoleuca albicillata
pijlkruidspanner
Mesotype didymata
paardenbloemspanner
Idaea seriata
donkere prachtstipspanner
Scopula immorata
gerimpelde spanner
Macaria liturata