Vrij algemeen. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden in de noordoostelijke provincies en lokaal in het midden van het land; lijkt zich enigszins uit te breiden en is op sommige plaatsen in Zuidoost-Friesland en het westen van Drenthe vrij talrijk. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Deze uil lijkt op de donkere marmeruil (D. pygarga), maar heeft behalve in het zoomveld ook witte vlekken in het wortelveld. De ringvlek en de niervlek zijn wit omrand en steken duidelijk af tegen de zwartachtige middenband. De achtervleugel is grijsachtig wit met bruine randen.
Zie de donkere marmeruil (D. pygarga).
donkere marmeruil
Deltote pygarga
NOCTUIDAE: Eustrotiinae
Zilverhaak (Deltote uncula) en zilverstreep (Deltote bankiana).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
zilverhaak
Deltote uncula
NOCTUIDAE: Eustrotiinae
zilverstreep
Deltote bankiana
NOCTUIDAE: Eustrotiinae
Eind april-eind juli in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en zijn overdag gemakkelijk op te jagen.
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop.
Diverse grassen, waaronder timoteegras en pijpenstrootje.
Bosachtige gebieden, graslanden en heiden.
Vrij algemeen. Een soort die vooral voorkomt op de zandgronden in de noordoostelijke provincies en lokaal in het midden van het land; lijkt zich enigszins uit te breiden en is op sommige plaatsen in Zuidoost-Friesland en het westen van Drenthe vrij talrijk. RL: kwetsbaar.
In Wallonië wijdverbreid en lokaal vrij algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
In het Westen van het Franse centraal-massief via Midden-Italië naar Roemenië. 'Het verdere verloop van de grenzen naar het oosten zijn nog niet duidelijk' (Heinicke & Naumann, 1980 - 1982). Ontbreekt in grote delen van het Middellandse zeegebied, op het Iberisch schiereiland en op de Balkan. Naar het noorden tot Zuid-Engeland, de Benelux en de Poolse Oostzeekust en op dezelfde geografische breedte tot Moskou en de Oeral. Warnecke (1955) en Heinicke & Naumann (1980 - 1982) wijzen op een uitbreiding naar het westen en noorden in de toenmalige DDR in het begin van de 20e eeuw.
De marmeruilen hebben een gemarmerde tekening.
Deze Deltote deceptoria maakt een bontere indruk dan Deltote pygarge. Meer over Nederlandse namen
Deltote: deltotos is van een vorm die overeenkomt met de Griekse letter delta. Een driehoekige vorm dus: de vleugelvorm.
deceptoria: deceptor is een misleiding, mogelijk omdat de vlinder veel van een tortrix heeft.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kompassla-uil
Hecatera dysodea
heremietuil
Ipimorpha retusa
sierlijke voorjaarsuil
Orthosia gracilis
duinworteluil
Agrotis ripae
moerasbreedvleugeluil
Diarsia dahlii
grote worteluil
Agrotis ipsilon