roodbandbeer Diacrisia sannio

De voorvleugels van de roodbandbeer zijn bij de mannetjes geel met een rode vlek, bij de vrouwtjes oranje met rode aders.
Familie
spinneruilen (EREBIDAE)
Onderfamilie
Arctiinae / Diacrisia sannio
Groep
Nachtvlinder die zowel dagactief als nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en de duinen van het vaste land. RL: kwetsbaar.

Rode lijst
kwetsbaar

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 19-22 mm, ♀ 17-20 mm. Het mannetje heeft een gele voorvleugel met in het midden een roodachtige vlek en langs de binnenrand een rode streep. De achtervleugel is witachtig en de franje is roze. Het vrouwtje heeft een oranje voorvleugel met rode aders. Er is nauwelijks variatie op de voorvleugel, maar de hoeveelheid zwarte schaduw op de achtervleugel kan, vooral bij het vrouwtje, sterk variëren.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam roodachtig bruin, bekleed met korte, bruine haarborstels op kleine, verheven wratjes; over de rug een brede, bleke middenstreep, waarop een rij gele vlekjes; onder de spiracula een rij witte vlekjes; kop donker grijsachtig bruin. De jonge rupsen hebben rode vlekjes op de rug.

Gelijkende soorten rups

Mendicabeer (Diaphora mendica), sneeuwbeer (Spilosoma urticae), gele tijger (Spilosoma lutea), kleine beer (Phragmatobia fuliginosa), roomvlek (Arctia villica) en witte tijger (Spilosoma lubricipeda). De variant met de rode rugstreep lijkt ook op het geel grasbeertje (Coscinia striata); bij het geel grasbeertje zijn in de rode streep witte stipjes zichtbaar.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

geel grasbeertje
Coscinia striata
EREBIDAE: Arctiinae

roomvlek
Arctia villica
EREBIDAE: Arctiinae

kleine beer
Phragmatobia fuliginosa
EREBIDAE: Arctiinae

witte tijger
Spilosoma lubricipeda
EREBIDAE: Arctiinae

gele tijger
Spilosoma lutea
EREBIDAE: Arctiinae

sneeuwbeer
Spilosoma urticae
EREBIDAE: Arctiinae

mendicabeer
Diaphora mendica
EREBIDAE: Arctiinae

Vliegtijd en gedrag

Half mei-eind juli in één generatie, soms een partiële tweede generatie in augustus-september. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen.

Levenscyclus

Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups.

Waardplanten

Struikhei, dophei en diverse kruidachtige planten, waaronder zuring, weegbree, walstro en havikskruid.

Habitat

Heiden, duinen, graslanden en open plekken in het bos.

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en de duinen van het vaste land. RL: kwetsbaar.

België

In Vlaanderen zeldzaam en nagenoeg beperkt tot de Westkust en de Kempen. In Wallonië vrij algemeen in de Ardennen, de kalkstreek en de Gaume.

Mondiaal

Van het Iberisch schiereiland via heel Europa tot Oost-Azië. Naar het noorden in Scandinavië (maar niet in het polaire gebied), in het zuiden in het noordelijke Middellandse Zeegebied, inclusief Italië, en via de Zwarte Zee en het Kaspische gebied tot Midden-Azië.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Clouded Buff
Duitse naam
Rotrandbär
Franse naam
la Bordure ensanglantée , l'Écaille à bordure amarante
Oud Nederlandse naam
roodrandbeer
Synoniemen
Diacrisia sanio, Nemeophila russula, Arctia russula
Toelichting Nederlandse naam

De aanduiding beer heeft deze soort gemeen met de grotere soorten uit de familie van de beervlinders (Arctiidae). De naam beervlinders heeft deze familie te danken aan het uiterlijk van de rupsen die dicht behaard zijn en daardoor aan een beer doen denken. Vooral bij het gele vrouwtje van deze soort vallen de rode vleugelranden goed op.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Diacrisia: diakrisis is een verschil, naar de sexuele dimorfie van deze soort, de enige in dit genus.
sannio: sannio is onecht, een imitatie. Waarschijnlijk t.o.v. het eigen vrouwtje. Hoewel Linnaeus beide sexen op verschillende pagina's beschreef, vermeldt hij: 'lijkt zo veel op B.Bombyx sannio dat je denkt dat ze alleen maar in sexe verschillen'. Linnaeus beschreef eerst sannio en de onechte, de imitatie volgde na het 'model'.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

muisbeertje
Pelosia muscerda

plat beertje
Eilema lurideola

zuidelijke wikke-uil
Tathorhynchus exsiccata

booglijnuil
Colobochyla salicalis

zwarte-l-vlinder
Arctornis l-nigrum

bleek beertje
Nudaria mundana

alle soorten uit deze familie