schapengrasuil Apamea furva

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Komt lokaal en zeer verspreid voor op de zandgronden in het binnenland; daarbuiten af en toe een waarneming. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-eind september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: september-juni. De rups verbergt zich overdag in de grond en overwintert. De verpopping vindt plaats zonder cocon.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Confused

Duitse naam

Trockenrasen-Grasbüscheleule

Synoniemen

Hadena furva, Luperina furva

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
Schapengras is één van de waardplanten van deze soort.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.
furva: furvus is donker, vies, naar de donkerbruine voorvleugel, of naar de donkerbruine schaduw aan de achterrand van de achtervleugel, of naar beide.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 16-19 mm. De voorvleugel van deze uil heeft meestal een vrij rechte voorrand; soms is de voorrand vlak voor de vleugelpunt licht gebogen. De vleugel heeft een matbruine grondkleur met een fijne grijze en zwartachtige spikkeling en een vaak onduidelijke tekening. De lichte centrale dwarslijnen zijn afgezet met zwartachtige randen en aan de binnenzijde van de golflijn bevinden zich zwartachtige pijlvormige vlekken. Het opvallendste kenmerk is de witachtige holle achterzijde van de niervlek; soms is de niervlek zelf ook gedeeltelijk licht gekleurd. Van de ringvlek, die meestal dezelfde kleur heeft als de ondergrond, valt alleen de gedeeltelijke zwarte omranding op. De tapvlek is vaak zichtbaar als een geheel donkere vlek. Aan de binnenrand van de vleugelwortel bevindt zich een bosje extra lange schubben dat een uitsteeksel naar buiten vormt.

Gelijkende soorten vlinder

Bij de grauwe grasuil (A. remissa) ontbreekt het bosje lange schubben aan de binnenrand van de vleugelwortel en de bredere warmbruine voorvleugel heeft een meer gebogen voorrand. De voorvleugel van de kooluil (Mamestra brassicae) heeft een meer gebogen voorrand en een naar binnen wijkende achterrand; de centrale dwarslijnen zijn zwartachtig. Zie ook de zeeuwse grasworteluil (A. oblonga) en de spurrie-uil (Anarta trifolii).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral graslanden en duinen.

Planten

Diverse grassen, waaronder beemdgras, ruig schapengras en zinkschapengras.

Waardplant

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie