Vrij zeldzaam. In de oostelijke helft van het land een zeldzame soort, in het zuidwesten iets gewoner. De meeste waarnemingen komen uit de duinen tussen Den Haag en Vlissingen. Vroeger kwam deze soort veelvuldig voor in het midden en zuiden van Limburg; nu komen daar nauwelijks meer waarnemingen vandaan. In grote delen van het land ontbreekt deze soort helemaal. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Heeft een karakteristiek patroon van zwartachtige lijnen, stippen en een variabele spikkeling op de roomkleurige voor- en achtervleugel. Op elke vleugel bevindt zich een zwarte middenstip. De franjelijn langs de achterrand van de vleugel bestaat uit kleine donkere streepjes. Zowel de kleur als de tekening zijn variabel.
Zie de paardenbloemspanner (Idaea seriata).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen zeven Scopula- en drie Idaea-soorten.
paardenbloemspanner
Idaea seriata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
Zwartstipspanner (Scopula nigropunctata), ligusterstipspanner (Scopula imitaria), witroze stipspanner (Scopula emutaria), bosspanner (Scopula immutata), roomkleurige stipspanner (Scopula floslactata), crème stipspanner (Scopula ternata) en vals witje (Siona lineata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
zwartstipspanner
Scopula nigropunctata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
crème stipspanner
Scopula ternata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
vals witje
Siona lineata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
bosspanner
Scopula immutata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
roomkleurige stipspanner
Scopula floslactata
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
ligusterstipspanner
Scopula imitaria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
witroze stipspanner
Scopula emutaria
GEOMETRIDAE: Sterrhinae
Half mei-begin september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
Rups: augustus-mei en juli. De rups overwintert en verpopt zich in losse aarde.
Diverse kruidachtige planten.
Duinen, graslanden, schorren, kwelders en slikken; ook tuinen.
Vrij zeldzaam. In de oostelijke helft van het land een zeldzame soort, in het zuidwesten iets gewoner. De meeste waarnemingen komen uit de duinen tussen Den Haag en Vlissingen. Vroeger kwam deze soort veelvuldig voor in het midden en zuiden van Limburg; nu komen daar nauwelijks meer waarnemingen vandaan. In grote delen van het land ontbreekt deze soort helemaal. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam in de kuststreek en zeer zeldzaam in het binnenland. In Wallonië zeldzaam en wijdverbreid, maar vooral in de kalkstreek.
Van Noord-Afrika en het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa (inclusief de Britse eilanden) naar het oosten tot Rusland en de Kaukasus; in het noorden tot Denemarken, Bornholm, Zuid-Zweden en de Baltische staten; in het zuiden: de Middellandse Zee, Italië, de Balkan, Klein-Azië, Jordanië, Noord-Iran, Toerkmanistan en Pamir.
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners. Pracht is een goed voorvoegsel voor deze fraaie stipspanner.
Scopula: scopula is een kleine borstel. Bedoeld wordt een uitschuifbaar schubbenborsteltje op het scheenbeen van een aantal mannetjes van dit genus.
marginepunctata: margo, marginus is rand en punctum is stip of vlek. Dus met de rij zwarte vlekken langs de vleugelrand.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
sparspanner
Thera variata
kleine herculesspanner
Cepphis advenaria
kleine zomervlinder
Hemithea aestivaria
gemarmerde dwergspanner
Eupithecia irriguata
zuidelijke spikkelspanner
Synopsia sociaria