Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden en in de duinen; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze dwergspanner begint als een van de weinigen al vroeg in het voorjaar te vliegen. De voorvleugel heeft een bruine grondkleur en een kenmerkend donker wortelveld. De dunne langgerekte middenstip is klein maar altijd goed zichtbaar en ligt in een lichtere middenband, die naar de voorrand toe geleidelijk als in een schaduw donkerder wordt. Langs de binnenrand van de lichte buitenste dwarsband liggen opvallende fijne zwarte pijlvlekken die naar binnen wijzen. De voorvleugel is doorgaans lang en puntig. De achtervleugel is lichtgrijs en zwak getekend.
24-26 mm. Lijf gewoonlijk in tinten lichtbruin met een duidelijke rij donkerbruine v's of driehoekige tekens over het midden van de rug.
Bij de eikendwergspanner (E. dodoneata) ligt de middenstip niet los in het middenveld, maar altijd op de afscheiding met het wortelveld; ook is deze soort kleiner en bonter getekend met meer wit in de voorvleugel. Zie ook de loofboomdwergspanner (E. exiguata).
loofboomdwergspanner
Eupithecia exiguata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata), heidedwergspanner (Eupithecia satyrata), egale dwergspanner (Eupithecia absinthiata), schermbloemdwergspanner (Eupithecia tripunctaria), smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata), jeneverbesdwergspanner (Eupithecia pusillata), v-dwergspanner (Chloroclystis v-ata), zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata), guldenroededwergspanner (Eupithecia virgaureata), eikendwergspanner (Eupithecia dodoneata), vingerhoedskruiddwergspanner (Eupithecia pulchellata) en beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
vingerhoedskruiddwergspanner
Eupithecia pulchellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartvlekdwergspanner
Eupithecia centaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
heidedwergspanner
Eupithecia satyrata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
egale dwergspanner
Eupithecia absinthiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
smalvleugeldwergspanner
Eupithecia nanata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
guldenroededwergspanner
Eupithecia virgaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
v-dwergspanner
Chloroclystis v-ata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartkamdwergspanner
Gymnoscelis rufifasciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Half maart-half juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht; ook bezoeken ze bloeiende wilgen. Overdag rusten ze op de stam of een tak van de waardplant.
Rups: half mei-eind juli. De soort overwintert als pop achter losse schors of in de strooisellaag.
Zomereik.
(Eiken)bossen; ook struwelen en tuinen in bosachtige gebieden.
Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden en in de duinen; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land. Lokaal soms talrijk.
Wijdverbreid in Zuid- en Midden-Europa, ook in Turkije; in het oosten en noorden is het areaal beperkt. Oostelijk alleen in de Kaukasus en Armenië, in het noorden tot de zuidpunt van Zweden, het eiland öland, Estland en Litouwen
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
De vliegtijd van deze dwergspanner ligt in het voorjaar (april-mei) en in die tijd van het jaar is het ook de gewoonste dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Abbreviata: abbreviatus is gekort, vanwege de achtervleugel die kort is vergeleken met de voorvleugel. Haword had in 1809 de naam 'Abbreviatae' gegeven aan een groep binnen de Geometridae waar hij ook de dwergspanners in onder bracht en ook Stephens onderkent dit als een van de karakteristieken van dit genus.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
halvemaanvlinder
Selenia tetralunaria
lichte blokspanner
Lobophora halterata
voorjaarsboomspanner
Alsophila aescularia
koolbandspanner
Xanthorhoe designata
drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
zomervlinder
Geometra papilionaria