Vrij algemeen. Wordt vooral waargenomen in Gelderland, Noord-Brabant en de kustprovincies; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 8-11 mm. Lijkt veel op de voorjaarsdwergspanner (E. abbreviata), maar is kleiner en bonter getekend. Opvallend is het witachtige veld aan de buitenzijde van de middenstip. De donkere middenstip is rond en ligt altijd op de afscheiding met het wortelveld. Aan de binnenzijde van de buitenste dwarsband bevinden zich donkere pijlvlekjes, niet alleen ter hoogte van de middenstip, maar soms zelfs over de hele lengte van de dwarsband. Langs de voorrand en de binnenrand van de voorvleugel ligt vaak een oranjebruine streep. De voorvleugel is vaak wat afgerond. De achtervleugel is duidelijk getekend en heeft in het midden een witachtig veld.
22-24 mm. Lijf gewoonlijk in een lichtbruine tint met een duidelijke rij donkerbruine v's of driehoekige tekens over het midden van de rug.
De fijnspardwergspanner (E. tantillaria) heeft een grotere zwarte middenstip, krachtiger dwarslijnen en een lichtere achtervleugel; de pijlvlekken langs de binnenzijde van de buitenste dwarsband ontbreken. Zie ook de voorjaarsdwergspanner (E. abbreviata) en de jeneverbesdwergspanner (E. pusillata).
fijnspardwergspanner
Eupithecia tantillaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
voorjaarsdwergspanner
Eupithecia abbreviata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata), heidedwergspanner (Eupithecia satyrata), egale dwergspanner (Eupithecia absinthiata), schermbloemdwergspanner (Eupithecia tripunctaria), smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata), jeneverbesdwergspanner (Eupithecia pusillata), v-dwergspanner (Chloroclystis v-ata), zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata), guldenroededwergspanner (Eupithecia virgaureata), voorjaarsdwergspanner (Eupithecia abbreviata), vingerhoedskruiddwergspanner (Eupithecia pulchellata) en beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
vingerhoedskruiddwergspanner
Eupithecia pulchellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartvlekdwergspanner
Eupithecia centaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
heidedwergspanner
Eupithecia satyrata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
egale dwergspanner
Eupithecia absinthiata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
smalvleugeldwergspanner
Eupithecia nanata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
guldenroededwergspanner
Eupithecia virgaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
voorjaarsdwergspanner
Eupithecia abbreviata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
v-dwergspanner
Chloroclystis v-ata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartkamdwergspanner
Gymnoscelis rufifasciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Eind maart-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop achter de schors van de waardplant of in de strooisellaag.
Vooral zomereik, maar ook meidoorn.
Oude bossen, houtsingels, struwelen en duinen.
Vrij algemeen. Wordt vooral waargenomen in Gelderland, Noord-Brabant en de kustprovincies; op sommige vliegplaatsen talrijk. RL: niet bedreigd.
Vrij zeldzaam in heel Vlaanderen, maar wijdverbreid en lokaal algemeen ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel. In Wallonië wijdverbreid, maar lokaal.
Vooral in Zuid-Europa wijdverbreid. Van Noordwest-Afrika, via het Iberisch Schiereiland, het Middellandse Zeegebied tot de Balkan en Klein-Azië. Noordelijk hiervan op de Britse eilanden, Midden- en Oost-Europa; in het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
De zomereik is de voornaamste waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Dodoneata: Dodona is een stad van Epirus in het noordwesten van Griekenland waar een oud orakel was gevestigd. De antwoorden van dit orakel werden gegeven door de wind die blies door een groeve met heilige eiken en die werden versterkt door ketels, aangebracht in de takken. Aldus werd dodoneus allengs tot behorend bij de eik, die een van de waardplanten van deze soort is.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
bruinbandspanner
Scotopteryx chenopodiata
grote voorjaarsspanner
Agriopis marginaria
vals witje
Siona lineata
witte grijsbandspanner
Cabera pusaria
grote vierbandspanner
Xanthorhoe quadrifasiata
bruin spannertje
Minoa murinata