Algemeen. Komt verspreid over het land voor en is op diverse plaatsen talrijk. Vlinders van de vorm goossensiata zijn minder gewoon en komen voor in heidegebieden op de zandgronden. RL: niet bedreigd.
Volgens de gevolgde taxonomische indeling wordt Eupithecia goossensiata (Mabille, 1869) gezien als vorm van de egale dwergspanner. Omdat in Nederland tot nu toe altijd twee aparte soorten werden onderscheiden, wordt bij deze egale dwergspanner extra aandacht gegeven aan de vorm goossensiata. Voorvleugellengte: 11-13 mm. De enigszins langwerpige voorvleugel van deze lastige Eupithecia-soort is gelijkmatig roodachtig bruin of kaneelbruin. Langs de voorrand bevinden zich duidelijke donkere vlekjes. De middenstip is groot en donker en in de binnenrandhoek ligt een opvallende witte vlek. De franje is niet of nauwelijks geblokt en op het achterlijf bevindt zich een zwarte band. Vlinders van de vorm goossensiata zijn gemiddeld kleiner en meer grijsachtig; de voorvleugel wordt doorkruist door diverse dwarslijntjes en de aders zijn vaak duidelijk zwart-wit gestippeld.
18-20 mm. Grondkleur is variabel, gewoonlijk tinten bruin, groen of okerkleurig met een donkerder ruglijn die dikker is op het achterste deel van ieder segment. Subdorsaal nog een donkerder lijn en dikwijls donkere streepjes langs de flanken.
De hopdwergspanner (E. assimilata) is kleiner en heeft een meer afgeronde voorvleugel; de witte vlek in de binnenrandhoek is groter en opvallender en de franje is geblokt. De kruiskruiddwergspanner (E. expallidata) is groter, heeft een meer afgeronde voorvleugel en is bleker van kleur; de middenstip is vaak langgerekter (hoewel die van de egale dwergspanner soms ook langwerpig kan zijn) en de witte vlek in de binnenrandhoek is onduidelijk. De zeer variabele klokjesdwergspanner (E. denotata) heeft doorgaans geen duidelijke vlekken langs de voorrand van de voorvleugel. Zie ook de schermbloemdwergspanner (E. tripunctaria), de eppedwergspanner (E. selinata), de beverneldwergspanner (E. pimpinellata) en de drievlekdwergspanner (E. trisignaria).
eppedwergspanner
Eupithecia selinata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
hopdwergspanner
Eupithecia assimilata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
kruiskruiddwergspanner
Eupithecia expallidata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
klokjesdwergspanner
Eupithecia denotata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Zwartvlekdwergspanner (Eupithecia centaureata), heidedwergspanner (Eupithecia satyrata), schermbloemdwergspanner (Eupithecia tripunctaria), smalvleugeldwergspanner (Eupithecia nanata), jeneverbesdwergspanner (Eupithecia pusillata), v-dwergspanner (Chloroclystis v-ata), zwartkamdwergspanner (Gymnoscelis rufifasciata), guldenroededwergspanner (Eupithecia virgaureata), voorjaarsdwergspanner (Eupithecia abbreviata), eikendwergspanner (Eupithecia dodoneata), vingerhoedskruiddwergspanner (Eupithecia pulchellata) en beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
guldenroededwergspanner
Eupithecia virgaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
smalvleugeldwergspanner
Eupithecia nanata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
GEOMETRIDAE: Larentiinae
jeneverbesdwergspanner
Eupithecia pusillata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
heidedwergspanner
Eupithecia satyrata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartkamdwergspanner
Gymnoscelis rufifasciata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
v-dwergspanner
Chloroclystis v-ata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
eikendwergspanner
Eupithecia dodoneata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
voorjaarsdwergspanner
Eupithecia abbreviata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
zwartvlekdwergspanner
Eupithecia centaureata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
vingerhoedskruiddwergspanner
Eupithecia pulchellata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Half april-half september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.
Rups: eind juli-oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Diverse kruidachtige planten waaronder duizendblad, bijvoet, koninginnenkruid, jakobskruiskruid en guldenroede; de belangrijkste waardplant van de vorm goossensiata is struikhei.
Vooral tuinen in stedelijke omgeving, maar ook allerlei andere gebieden: van kwelders, schorren en slikken tot graslanden en open bossen. Vlinders van de vorm goossensiata komen vooral voor op heiden.
Algemeen. Komt verspreid over het land voor en is op diverse plaatsen talrijk. Vlinders van de vorm goossensiata zijn minder gewoon en komen voor in heidegebieden op de zandgronden. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land. Deze soort was vroeger uitsluitend bekend uit het noorden, maar heeft zijn areaal sinds 1980 over het hele land uitgebreid. Vlinders van de vorm goossensiata zijn vrij zeldzaam en beperkt tot de heidegebieden van de Kempen.
Heel Europa inclusief de Britse eilanden en grote delen van Azië tot Japan. Ook in Noord-Amerika.
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
De bruine kleur ligt egaal over de voorvleugel verdeeld.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Absinthiata: Artemisia absinthium is absint-alsem, een voedselplant van de rups.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine voorjaarsspanner
Agriopis leucophaearia
vliervlinder
Ourapteryx sambucaria
hopdwergspanner
Eupithecia assimilata
vingerhoedskruiddwergspanner
Eupithecia pulchellata
oranje agaatspanner
Eulithis testata
gele kustspanner
Aspitates ochrearia