Vrij algemeen. Komt op diverse plaatsen langs de grote rivieren voor; de meeste waarnemingen komen uit Gelderland. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 6-10 mm. In het midden van het donkere veld in de vleugelpunt van de voorvleugel ligt een goudgele vlek. De achterste cel in de vleugelwortel reikt niet tot aan het donkere middenveld, wat een kenmerk is van alle soorten uit het geslacht Chamaesphecia. Op het achterlijf bevinden zich enkele goudgele tot witachtig gele dwarsbandjes. Het pluimpje aan het uiteinde van het achterlijf is donker met enkele plukjes gele haren (drie bij het mannetje en twee bij het vrouwtje).
Op grond van vleugelkenmerken en zelfs via genitaliënonderzoek niet te onderscheiden van de schijn-wolfsmelkwespvlinder (C. empiformis). Het enige zekere determinatiekenmerk is de voedselplant: cipreswolfsmelk voor de schijn-wolfsmelkwespvlinder en heksenmelk voor de wolfsmelk-wespvlinder. Daarnaast zijn vlinders van de schijn-wolfsmelkwespvlinder schuw.
Mannetjes reageren anders op feromoonpreparaten. De wolfsmelkwespvlinder komt op feromoon, maar één van een totaal andere samenstelling dan die voor de schijn-wolfsmelkwespvlinder.
De wolfsmelkwespvlinder (C. tenthrediniformis) komt goed tot zeer goed maar op het feromoon ontwikkeld voor de appelglasvlinder (S. myopaeformis). De schijn-wolfsmelkwespvlinder (C. empiformis) komt zeer goed op het feromoon ontwikkeld voor de klaverwespvlinder (B. ichneumoniformis).
Bekijk de gedetailleerde verschillen tussen de twee Chamaesphecia-soorten.
schijn-wolfsmelkwespvlinder
Chamaesphecia empiformis
SESIIDAE: Sesiinae
Frambozenglasvlinder (Pennisetia hylaeiformis), hoornaarvlinder (Sesia apiformis), gekraagde wespvlinder (Sesia bembeciformis), populierenwespvlinder (Paranthrene tabaniformis), elzenwespvlinder (Synanthedon spheciformis), berkenglasvlinder (Synanthedon culiciformis), wilgenwespvlinder (Synanthedon formicaeformis), eikenwespvlinder (Synanthedon vespiformis), appelglasvlinder (Synanthedon myopaeformis), bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis), klaverwespvlinder (Bembecia ichneumoniformis) en schijn-wolfsmelkwespvlinder (Chamaesphecia empiformis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
schijn-wolfsmelkwespvlinder
Chamaesphecia empiformis
SESIIDAE: Sesiinae
hoornaarvlinder
Sesia apiformis
SESIIDAE: Sesiinae
appelglasvlinder
Synanthedon myopaeformis
SESIIDAE: Sesiinae
eikenwespvlinder
Synanthedon vespiformis
SESIIDAE: Sesiinae
populierenwespvlinder
Paranthrene tabaniformis
SESIIDAE: Sesiinae
klaverwespvlinder
Bembecia ichneumoniformis
SESIIDAE: Sesiinae
berkenglasvlinder
Synanthedon culiciformis
SESIIDAE: Sesiinae
gekraagde wespvlinder
Sesia bembeciformis
SESIIDAE: Sesiinae
frambozenglasvlinder
Pennisetia hylaeiformis
SESIIDAE: Sesiinae
wilgenwespvlinder
Synanthedon formicaeformis
SESIIDAE: Sesiinae
elzenwespvlinder
Synanthedon spheciformis
SESIIDAE: Sesiinae
bessenglasvlinder
Synanthedon tipuliformis
SESIIDAE: Sesiinae
Half mei-eind juli in één generatie. De vlinders zijn overdag actief en bezoeken bloemen. Bij mooi weer zijn de mannetjes territoriaal en zitten op hogere uitkijkposten in de vegetatie.
Rups: augustus-april. De soort overwintert als rups in de wortels van de waardplant.
Heksenmelk.
Vooral uiterwaarden en rivierduintjes.
Vrij algemeen. Komt op diverse plaatsen langs de grote rivieren voor; de meeste waarnemingen komen uit Gelderland. RL: niet bedreigd.
Zeer zeldzaam. Komt in Limburg lokaal voor langs de Maas. In Wallonië enkel bekend uit Luik.
Een eilandachtige verspreiding van het Iberisch schiereiland via Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije via de Balkan en via Oost-Turkije,Trans-Kaukasië, Zuid-Rusland en verder naar het oosten tot het Bajkalmeer.
Een aantal soorten binnen de Sesiidae-familie heeft veel gelijkenis met wespen vandaar dat vijf soorten binnen deze familie met wespvlinder worden aangeduid.
De rups van deze soort leeft op heksenmelk, een wolfsmelksoort.
Er leven twee wolfsmelkwespvlinders in ons land die op het oog niet van elkaar zijn te onderscheiden. Het toevoegsel schijn maakt het onderscheid in de naam.(zie bij C. empiformis).
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
appelglasvlinder
Synanthedon myopaeformis
eikenwespvlinder
Synanthedon vespiformis
spulers wespvlinder
Synanthedon spuleri
klaverwespvlinder
Bembecia ichneumoniformis
grote berkenwespvlinder
Synanthedon scoliaeformis
populierenwespvlinder
Paranthrene tabaniformis