Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 14-18 mm. De grondkleur van de vrij stompe voorvleugel varieert van heel lichtbruin of grijsachtig lichtbruin met donkerbruine vlekken tot vrijwel geheel donkerbruin of zelfs bijna zwart; lichtere vormen hebben een donkere voorrand. De tapvlek loopt niet spits toe maar is ovaal. Rondom de uilvlekken zitten vaak fijne zwarte schubjes, die de indruk wekken dat de zwarte omranding van de uilvlekken uitgelopen of verwaterd is. Bij verse exemplaren is de voorvleugel grotendeels bezet met fijne, horizontale, zwarte streepjes. Sommige exemplaren hebben lichte strepen langs de aders; dit geldt vooral voor de donkere vormen. Over de kraag kunnen donkere lijnen lopen, maar zelden een dikke band. De antennen van het mannetje zijn vanaf de basis voor tweederde geveerd. De achtervleugel van het mannetje is licht- tot donkergrijs, die van het vrouwtje donkergrijs met een middenvlek.
De gewone worteluil (A. exclamationis) heeft een zwartachtige kraag met dikke band in de vorm van een vlakke V en een donker gevulde tapvlek. De zuidelijke worteluil (A. trux) heeft een opvallende lichte ringvlek. De gewone velduil (A. segetum) is groter, heeft een bredere voorvleugel en een lichtere achtervleugel met een blauwachtige glans. De mannetjes van de gewone velduil hebben antennen die tot de helft geveerd zijn, terwijl de anennen bij de mannetjes van de geoogde worteluil tot 2/3 zijn geveerd.
zuidelijke worteluil
Agrotis trux
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone worteluil
Agrotis exclamationis
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone velduil
Agrotis segetum
NOCTUIDAE: Noctuinae
Zwartvlakworteluil (Euxoa obelisca), graanworteluil (Euxoa tritici), rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), variabele worteluil (Euxoa cursoria), witvlekworteluil (Euxoa lidia), grijze worteluil (Agrotis cinerea), bonte worteluil (Agrotis vestigialis), puta-uil (Agrotis puta), gewone velduil (Agrotis segetum), grote worteluil (Agrotis ipsilon), duinworteluil (Agrotis ripae) en gewone worteluil (Agrotis exclamationis).
Let op: de rupsen van de Euxoa- en de Agrotis-soorten zijn erg moeilijk uit elkaar te houden.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
zwartvlakworteluil
Euxoa obelisca
NOCTUIDAE: Noctuinae
graanworteluil
Euxoa tritici
NOCTUIDAE: Noctuinae
rookkleurige worteluil
Euxoa nigricans
NOCTUIDAE: Noctuinae
variabele worteluil
Euxoa cursoria
NOCTUIDAE: Noctuinae
witvlekworteluil
Euxoa lidia
NOCTUIDAE: Noctuinae
grijze worteluil
Agrotis cinerea
NOCTUIDAE: Noctuinae
bonte worteluil
Agrotis vestigialis
NOCTUIDAE: Noctuinae
duinworteluil
Agrotis ripae
NOCTUIDAE: Noctuinae
grote worteluil
Agrotis ipsilon
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone velduil
Agrotis segetum
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone worteluil
Agrotis exclamationis
NOCTUIDAE: Noctuinae
puta-uil
Agrotis puta
NOCTUIDAE: Noctuinae
Half mei-eind augustus in één, soms twee generaties. De vlinders bezoeken bloemen; ze komen goed op licht en op smeer.
Rups: augustus-mei. De rups gaat tot begin november, of soms nog later, door met eten; eerst van de bladeren, daarna van de wortels van de waardplant. De soort overwintert als rups in een ondergrondse holte, waarin in het voorjaar ook de verpopping plaatsvindt.
Diverse kruidachtige planten, waaronder paardenbloem, zuring en klaver.
Duinen, graslanden en andere droge open plaatsen; ook tuinen en bospaden.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land. Lokaal in hoge aantallen.
Heel Europa en via de gematigde zone tot Oost-Siberië. Ook bekend uit Korea en Noordoost-China. Naar het noorden tot boven de poolcirkel. Naar het zuiden Spanje, Italië, Griekenland en Turkije. Niet op de eilanden van de Middellandse Zee.
De Agrotis- en Euxoa-soorten werden samengevoegd onder de groepsnaam worteluil. De rupsen hebben een relatie met plantenwortels.
De ronde vlekken, de ogen, op de voorvleugels zijn meestal prominent aanwezig.
Agrotis: agrotes is van het veld, iemand van het platte land. Grasland is meer het habitat dan bossen. Deze naam werd als eerste door Hübner voorgesteld (1806).
clavis: clavis is een sleutel, naar de vlek die de vorm heeft van een sleutel.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
blauwvleugeluil
Peridroma saucia
bruine grasuil
Rhyacia simulans
kleine huismoeder
Noctua interjecta
zwart weeskind
Mormo maura
moerasplantenboorder
Globia algae
kastanjebruine uil
Xestia castanea