Zeer algemeen. Een soort die zich de laatste deccennia vanuit het zuidwesten over het hele land verspreid heeft. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 12-16 mm. Deze Agrotis-soort is vrij klein in vergelijking met verwante soorten. Op de voorvleugel bevindt zich een lichte, donker gekernde, spoelvormige ringvlek met spitse uiteinden. Het mannetje heeft een lichtbruine voorvleugel die vaak grijs- of geelachtig getint is en waarop de ringvlek soms moeilijk is te zien; de donkere niervlek steekt altijd duidelijk af. Bij het vrouwtje is de vleugel veel donkerder van kleur en valt het contrast met de donkere niervlek soms weg; de lichte ringvlek is dan juist goed zichtbaar.
Tot 32 mm; lichaam okerachtig bruin of vuil grijsachtig bruin met drie donkerbruine lengtestrepen over de rug, die soms donkerbruin gespikkeld is; onderzijde bleek groenachtig grijs; kop klein, lichtbruin met donkerbruine tekening.
De houtspaander (Axylia putris) houdt de vleugels rond het lichaam gerold in plaats van plat erboven en lijkt op een afgebroken takje; bovendien is de voorvleugel voor het grootste deel licht van kleur met een donkerbruine voorrand.
houtspaander
Axylia putris
NOCTUIDAE: Noctuinae
Zwartvlakworteluil (Euxoa obelisca), graanworteluil (Euxoa tritici), rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), variabele worteluil (Euxoa cursoria), witvlekworteluil (Euxoa lidia), grijze worteluil (Agrotis cinerea), bonte worteluil (Agrotis vestigialis), gewone velduil (Agrotis segetum), grote worteluil (Agrotis ipsilon), geoogde worteluil (Agrotis clavis), duinworteluil (Agrotis ripae) en gewone worteluil (Agrotis exclamationis).
Let op: de rupsen van de Euxoa- en de Agrotis-soorten zijn erg moeilijk uit elkaar te houden.
Kan ook verward worden met rupsen van de huisuil (Caradrina clavipalpis) en de morpheusstofuil (Caradrina morpheus).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
grijze worteluil
Agrotis cinerea
NOCTUIDAE: Noctuinae
zwartvlakworteluil
Euxoa obelisca
NOCTUIDAE: Noctuinae
huisuil
Caradrina clavipalpis
NOCTUIDAE: Noctuinae
duinworteluil
Agrotis ripae
NOCTUIDAE: Noctuinae
bonte worteluil
Agrotis vestigialis
NOCTUIDAE: Noctuinae
graanworteluil
Euxoa tritici
NOCTUIDAE: Noctuinae
variabele worteluil
Euxoa cursoria
NOCTUIDAE: Noctuinae
rookkleurige worteluil
Euxoa nigricans
NOCTUIDAE: Noctuinae
grote worteluil
Agrotis ipsilon
NOCTUIDAE: Noctuinae
witvlekworteluil
Euxoa lidia
NOCTUIDAE: Noctuinae
morpheusstofuil
Caradrina morpheus
NOCTUIDAE: Noctuinae
gewone velduil
Agrotis segetum
NOCTUIDAE: Noctuinae
geoogde worteluil
Agrotis clavis
NOCTUIDAE: Noctuinae
Half april-begin oktober in twee generaties. De vlinders komen goed op licht en op smeer; ´s nachts bezoeken ze bloemen van onder andere vlinderstruik.
Rups: juli-april. De soort overwintert als rups.
Zuring, paardenbloem, gewoon varkensgras en andere kruidachtige planten; ook sla.
Allerlei open gebieden, waaronder tuinen, graslanden, akkers, heiden, moerasachtige gebieden en open bossen.
Zeer algemeen. Een soort die zich de laatste deccennia vanuit het zuidwesten over het hele land verspreid heeft. RL: niet bedreigd.
Algemeen in het hele land.
Noord-Afrika, Zuid-, West- en delen van Midden-Europa, Voor-Azië tot Iran en Afghanistan. In Europa in het noorden tot Midden-Engeland, Nederland, België, Noordwest-Duitsland, volgens Nowacki & Fibiger (1996) ook Denemarken, verder Polen, Hongarije en Roemenië. Warnecke (1961a) publiceerde een onjuiste areaalkaart voor Zuidwest-Duitsland.
De wetenschappelijke soortnaam werd ook de Nederlandse.
Agrotis: agrotes is van het veld, iemand van het platte land. Grasland is meer het habitat dan bossen. Deze naam werd als eerste door Hübner voorgesteld (1806).
puta: puta is een intrigerende naam vol raadsels. Er zijn vele mogelijkheden naar voren gebracht. Puta is een godin die de baas was over het snoeien van bomen (Pickard). Puta is zuiver, maar de betekenis is verder niet duidelijk (Macleod). Het kan ook een vervoeging van puto zijn is denken en dan zou het iets betekenen als 'bij voorbeeld'. Het kan ook een klein meisje zijn, een variant van pusa. Puta kan ook van puteus komen hetgeen bron betekent en puteal is dan de grond rond de bron en dat is wel te vertalen naar het uiterlijk van de ronde vlek op de vleugels. De voorkeur van Emmet: puta komt van puter hetgeen rot en vergaan betekent. Naar de gelijkenis met dood hout.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
dubbelstipvoorjaarsuil
Anorthoa munda
egelskopboorder
Globia sparganii
heremietuil
Ipimorpha retusa
zuidelijke koperuil
Thysanoplusia orichalcea
oorsilene-uil
Hadena irregularis
veenheide-uil
Acronicta menyanthidis