Vrij zeldzaam. Komt vrijwel alleen voor op de Veluwe en op de zandgronden in Friesland en in Drenthe; daarbuiten af en toe een waarneming. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 19-23 mm. Deze uil vertoont enige gelijkenis met sommige Apamea-soorten; de voorvleugel is tamelijk breed en heeft vaak een groenige glans. Een belangrijk kenmerk wordt gevormd door de grote roodachtig bruine vlekken in het zoomveld; deze vlekken vormen samen doorgaans een brede band die contrasteert met de grijsachtig bruine grondkleur van de vleugel. Ook in het wortel- en middenveld bevinden zich roodachtig bruine vlekken, waarvan vooral de ringvlek en de niervlek opvallend zijn. Net als bij enkele verwante soorten ligt in het middenveld, evenwijdig aan de binnenrand, een korte dikke zwarte streep. Langs de zoom van de achtervleugel ligt een donkere halvemaanvormige vlek. Aan de bovenzijde van het borststuk bevindt zich een roodachtige kuif.
De adusta-uil (M. adusta) is kleiner en smaller, de centrale dwarslijnen zijn witachtig en de uilvlekken wit omrand; de achtervleugel is witter en mist de donkere halvemaanvormige vlek langs de zoom. De adusta-uil is bovendien vooral een voorjaarssoort, terwijl de roestuil in de nazomer en de herfst vliegt. De graswortelvlinder (Apamea monoglypha) heeft een langere, smallere voorvleugel en mist de roodachtig bruine tekening.
adusta-uil
Mniotype adusta
NOCTUIDAE: Hadeninae
graswortelvlinder
Apamea monoglypha
NOCTUIDAE: Hadeninae
Sierlijke voorjaarsuil (Orthosia gracilis), variabele voorjaarsuil (Orthosia incerta), tweestreepvoorjaarsuil (Orthosia cerasi), nunvlinder (Orthosia gothica), katwilguiltje (Brachylomia viminalis), bruine essenuil (Lithophane semibrunnea), gageluil (Lithophane lamda), eikenuiltje (Dryobotodes eremita), hyena (Cosmia trapezina), gele granietuil (Polymixis flavicincta) en maanuiltje (Cosmia pyralina).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
gageluil
Lithophane lamda
NOCTUIDAE: Hadeninae
maanuiltje
Cosmia pyralina
NOCTUIDAE: Hadeninae
sierlijke voorjaarsuil
Orthosia gracilis
NOCTUIDAE: Hadeninae
bruine essenuil
Lithophane semibrunnea
NOCTUIDAE: Hadeninae
gele granietuil
Polymixis flavicincta
NOCTUIDAE: Hadeninae
katwilguiltje
Brachylomia viminalis
NOCTUIDAE: Hadeninae
hyena
Cosmia trapezina
NOCTUIDAE: Hadeninae
eikenuiltje
Dryobotodes eremita
NOCTUIDAE: Hadeninae
nunvlinder
Orthosia gothica
NOCTUIDAE: Hadeninae
variabele voorjaarsuil
Orthosia incerta
NOCTUIDAE: Hadeninae
tweestreepvoorjaarsuil
Orthosia cerasi
NOCTUIDAE: Hadeninae
Half juli-half oktober in één generatie. De vlinders komen op smeer en bezoeken bloemen van struikhei.
Rups: mei-juni. De rups is vooral ´s nachts actief en verpopt zich in een cocon in de grond. De soort overwintert als ei.
Diverse houtige planten en loofbomen, waaronder walstro, bosbes, struikhei, braam, kamperfoelie, wilg, meidoorn en sleedoorn.
Vooral open bossen en heiden.
Vrij zeldzaam. Komt vrijwel alleen voor op de Veluwe en op de zandgronden in Friesland en in Drenthe; daarbuiten af en toe een waarneming. RL: bedreigd.
Beperkt tot Wallonië, waar de soort zeldzaam, maar wijdverbreid is ten zuiden van Samber en Maas. Vroeger ook gemeld uit Limburg.
In Europa vooral in het centrale deel. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië en naar het zuiden tot Noord-Spanje, Midden-Italië, Noord-Griekenland en de Kaukasus. Opgaven van de Britse eilanden zijn twijfelachtig. Wijdverbreid in AzIé tot in het oosten de Koerilen, Korea en Japan.
Zowel voor- als achtervleugels hebben een kleur die roestkleurig aandoet.
Mniotype: mnion is mos en tupe is het karakter van. Dit betreft de gelijkenis van het vleugelpatroon met mos. De naam is mogelijk beïnvloed door Antitype (zie A. chi).
satura: satur is rijk aan kleur, met een diepe kleur, aldus de grondkleur van deze soort aanduidend.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
schijn-nonvlinder
Panthea coenobita
tweestreepgrasuil
Mythimna turca
sigma-uil
Eugraphe sigma
goudvenstertje
Plusia festucae
oorsilene-uil
Hadena irregularis
zwarte witvleugeluil
Aporophyla nigra